Lente en zomer
Lente
De lente van het landschap kon mij als kind al ontroeren. Ik dacht dat alle kinderen in de lente jarig waren, evenals de dieren en de bomen. Ze vierden het uitzinnig, en alles en iedereen had zin om te groeien. Het gaf mij een aards gevoel van verlangen, naar iets mooiers en uitzinniger dat zich in de zomer zou voltooien. Het was geen droom of een verhaal, maar een geheimzinnige mystiek die zich vertaalde in mijn eenzaamheid. Een woordenzaal die ik niet met anderen kon betreden.
Een lege kamer in mijn hoofd die om bewoning vroeg.
In de lente kondigden de eerste bewoners zich aan. Allemaal vroegen ze om een plekje in mijn fantasie. Er waren zigeunermeisjes uit in het verleden verwoeste streken, er was een meisje uit Spanje dat soms bij ons kwam spelen. Er waren jonge hondjes, er was een Ijslandse pony, er was een bok en een geit, vogels, kippen, duiven, konijnen. En er waren gevoelens van eenzaamheid.
Ik wilde de lente leren kennen wanneer ik vrij was van school. Ik zocht de namen van de planten op in een handboek over wilde planten. Fluitenkruid, Hondsdraf, Kleine weegbree en allerlei andere planten. Ik las de oude Verkade albums van Jac. P. Thijse en zocht de dieren en planten van de plaatjes op in het echt, mijn omgeving in de natuur. De natuur die mij zo fascineerde.
De lente wilde mij ook leren kennen, ze gaf haar zachte zonneschijn, haar hemelwolkjes en haar roze bloesem. Ze verwelkomde mij met dauwdruppels na een lange ongezonde nacht.
Ik dacht dikwijls dat ik mijn denken niet kon stoppen, dan sliep ik onrustig en werd ik bang in het dichte duister van de donkere nacht, maar de lente had haar tedere pasteltinten om mij gerust te stellen, en millimeter bij millimeter begon mijn gestel weer te groeien. Ik kreeg mijn eerste schaamhaar, en mijn schouders werden breder.
Ik lag in het gras om naar de wolken te staren, naast een onbekend en naamloos meisje, dat ook naar de wolken lag te staren. Als kinderen had je dan samen een geheim. Een mysterie dat zich ook later niet zou laten verklaren.
Zomer
Als de zomer al zijn geheimen had prijs gegeven, zouden er geen nieuwe zomers zijn gekomen.
Het was warm, zeer warm. De zon gaf zijn mandaat af voor een zinderende dag in de natuur van de buitenlucht. We waren geboren om te zwemmen, en dat deden we, vanaf elf uur in de ochtend, tot voor het late avondmaal, waarvan we in de tuin genoten.
De rietkragen rond het water stonden in bloei, de muggen zoemden in hun eigen danszaal in de open blauwe lucht. De dieren verdwaalden in hun eigenheid. De mensen keken met een scheef oog naar de toekomst, die heel ver weg mocht blijven.
Wij waren als kinderen blij met de zomer. Het bracht een loomheid bij de ouderen die ons vrolijk maakte. We namen speelgoed mee in het water, we pompten drijflucht in een oude rubberboot. We doken, snorkelden en ravotten. We deden wie het verst kon zwemmen, of wie het eerste aan de overkant was. We dommelden na het spelen even weg in de zon op de oever wanneer we bij kwamen van alle weggegeven energie.
Het was warm die dag, en we gingen voor de afwisseling naar een ander verder gelegen strandje aan het grote zoetwatermeer. We waren vrolijk, mijn moeder was goed gemutst en had een picknickmand meegenomen. We zaten daar als gezin te genieten. De spiegeling van het zonlicht op het water was een spiegeling van geluk.
Mijn oudste broer liep weer juichend en springend in het water. Opeens klonk er een schreeuw. Hij was in een spijker bevestigd aan een houten voorwerp op de bodem gestapt. Er zat een flink bloedend gat in zijn voet.
Plotseling bleek het mooie van die zomerdag doorbroken door het stromende bloed. Terwijl mijn broer door mijn moeder werd ondersteund liepen Tom en ik een eindje achter hen aan geschrokken naar huis, waar mijn broer verzorgd moest worden, om naar de eerste hulp van het ziekenhuis te kunnen gaan.
Toen mijn moeder gehaast met mijn aan zijn voet gewonde broer vertrok naar de eerste hulp post van het ziekenhuis, zocht ik weer contact met de schommel. Ik had nieuwe liedjes zonder woorden geschreven, en ik vertrouwde ze toe aan de zwoele lucht van de zomerse avond, door geluiden te maken die niemand kon horen.
Aan het einde van de weide aan de rand van de tuin waar de schommel hing, bij de bloeiende Hortensia zat een grote zwarte kraai. Hij alleen kon mijn geluiden horen. Ik zag de glinstering in zijn ogen. En door zijn zwijgen vertelde hij mij dat dit de laatste zomer van het geluk was geweest.
Er kwamen drie liedjes lang geen geluiden meer uit mijn geest. Het was voorbij. Er huilde een ik in mezelf. Daarna ging het beter.
Reacties op ‘Lente en zomer’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!
Reageren
Laatste berichten op het forum
- 14/08 verhaal van de dag
- 18/06 [s]hooi[/s] hoi
- 08/03 Goedkeuring verhaal
- 15/11 Eerste stuk van Dreambender
- 15/11 VERHALEN WEDSTRIJD!!!
- 31/10 Dit ben ik....
- 21/07 Vraag aan iedereen hier!
- 03/07 Wie kent het verhaal Jumbo
- 20/06 Hallo
- Naar het forum »
Laatste nieuwsberichten
Tips voor een Oost-Afrikaans avontuur: een gids voor ontspannend safari plezier
Spanning voelen bij online spelen
De beste online poker strategieën
Zij zijn duurzaam van zichzelf
Het ongelooflijke verhaal van Louis Zamperini
Liever vrolijk rondrijden in je Peugeot dan huilen in je Ferrari
Het wonder van Cesena: The Rockin’1000