Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

De hoer van Collonge

Het huisje dat wij een tiental jaren geleden huurden, was gelegen in het zuiden van Bourgondië.
Ooit maakte het deel uit van een buurtschap waar eenvoudige landarbeiders met hun vrouwen en kroost hun kommervolle dagen sleten, totdat de eerste wereldoorlog daar een wreed einde aan maakte. Alleen rest van die mannen en jongens nog hun namen, alfabetisch gebeiteld in gedenkstenen in alle soorten en maten.
Maar hun primitieve woningen werden althans in de tijd van deze geschiedenis als vakantiehuisjes uitgebaat en in het kader daarvan, zoals gezegd, door ons gehuurd.
Het huisje was witgepleisterd en er stonden klimrozen tegen de gevel, hetgeen ongetwijfeld garant stond om in de zomer bezoek te krijgen van allerlei ongewenste insecten en hun gevolg maar nu was het winter. Maar onze reis daarheen verliep voorspoedig en het weer bij onze aankomst was rustig en mistig.
In het dal waar het huisje stond was het nog veel stiller en de mist was dikker, alles was er nevelig en mistroostig. De appelbomen in de tuin dropen van het vocht, als het zou hebben gevroren, zou alles prachtig berijpt zijn geweest maar het vroor niet, het was alleen maar treurig en nat.
Enfin wij betrokken opgewekt ons tijdelijk onderkomen en zoals wel meer voorkomt, lag ook in dit ‘petite maison’ een gastenboek waarin een ieder geacht werd zijn Franse ervaringen neer te schrijven. Het boekje stond vol met heerlijke avondjes, terrasjes, wijn en stinkkaas. Ongetwijfeld allemaal naar waarheid opgetekend maar nu was het winter, nat, koud en somber, alles behalve een zonovergoten Frans landleven. Maar ik wilde mij niet onttrekken aan de plicht kond te doen van onze ervaringen, we dronken ook wijn en aten ook stinkkaasjes en nog lekkerder dingen want de ‘supermarchée’, twintig kilometer verderop, had zich goed voorbereid op de feestdagen. Ik nam mij voor om iets anders dan de gewone klets op te schrijven en ik bedacht ik een gedeeltelijk waar verhaal over onze zogenaamde nachtelijke avonturen. Aldus schreef ik dagelijks in het gastenboek:

De eerste nacht.

Beste Opvolger(s)

Omdat het hele huis koud en klam is hebben wij besloten om alleen in de grote kamer te verblijven en daarom hebben wij in de kamer van lakens en dekens een soort tent gebouwd om in te slapen. We zijn vroeg naar bed gegaan en hebben goed geslapen, alleen Julia meende buiten sloffende en snuivende geluiden te hebben gehoord. Ik heb haar, om haar gerust te stellen, verteld dat het wel een late egel geweest zal zijn.
Vandaag zijn we naar een bergdorpje in de buurt gereden en daar blijkt de zon wel te schijnen, je zag het dal waarin ons huisje lag helemaal gevuld met witte wolkendekens. Van daar uit hebben we boodschappen gedaan en daarna uitstekend gegeten. We drinken nu nog een glaasje bij de open haard, terwijl ik dit hier neer pen. Het wordt langzamerhand wat aangenamer in de kamer maar ik denk dat we nog heel wat moeten stoken om het hier echt behaaglijk te krijgen daarom gaan we op tijd naar bed.

De tweede nacht.

Ik heb goed geslapen maar mijn vrouw Julia niet want zij heeft de halve nacht wakker gelegen en akelige geluiden gehoord en deze keer niet alleen buiten maar ook in het keukentje. Ze zegt als het zo doorgaat, dan wil ze weg.
Maar bij daglicht is alles anders, de Franse radio zendt ‘Der Ring des Nibelungen’ uit en daar genieten wij van, we eten goed en drinken een wijntje. Het was zondag vandaag en Kerstavond maar daar merk je hier niets van, we luisteren naar het radiootje en gaan maar weer op tijd naar bed..

De derde nacht.

Vannacht maakte Julia me wakker en warempel het viel niet te ontkennen, vooral die kreunende geluiden in de keuken en het geschuifel. Ik moet bekennen dat ik niet durfde te gaan kijken, we zijn alleen maar dicht tegen elkaar gaan liggen en hebben geprobeerd om er niet naar te luisteren.
Vanochtend was er niets te zien in de keuken, de deur zat stevig dicht, alleen viel ons een natte plek op de rode tegels op. Die plek is in de loop van de dag maar langzaam opgedroogd. We hebben vandaag weer een ritje gemaakt, op zoek naar de zon.
We zitten terwijl ik dit opschrijf weer aan een lekker wijntje en we proberen de stemming opgewekt te houden. Vanavond hebben wij van ons kerstmaal genoten, het was eenvoudig maar Julia heeft wonderen verricht in het provisorische keukentje, het was heerlijk en gezellig. Op een of andere manier kunnen we overdag die nachtgeluiden heel goed ontkennen. Julia drinkt een portje en ik nip aan een goede cognac met een stukje pure chocolade, we zullen vast goed slapen.

De vierde nacht.

Vannacht was het vreselijk, ik heb alles gehoord, het lijkt wel een scenario dat wordt afgewerkt, uren hebben we wakker gelegen. We hebben, terwijl de rillingen ons over de rug liepen, naar de keukendeur gekeken, onder de lakens door, en het leek of er een blauwig licht scheen in de keuken. Wat ons ook is opgevallen, is dat alles stil wordt als wij maar het geringste geluid maken, ook het licht werd zwakker als wij ons bewogen. Maar dat maakte het alleen maar meer beangstigend, het kreeg iets spookachtigs.
Het is nu dag en nog steeds hangt er buiten een druilerige mist, alles is nog steeds nat en treurig buiten. Wij zijn naar een stad gereden en hebben daar de mooie romaanse kathedraal en een beroemd hospitaal bezocht, het was heerlijk om weer mensen en wat drukte te zien.
We hebben vanavond een paar glaasjes port gedronken, misschien slapen we daar goed op.

De vijfde nacht.

We raken er aan gewend, het is gewoon stil afwachten en luisteren, het is verkillend om mee te maken, het zijn geesten of spoken, het kan niet anders, ik begin er echt in te geloven. Tegen de ochtend hebben we toch nog geslapen maar bij de koffie waren we nog moe en gespannen, vooral moe. Het lijkt of we iedere dag meer vermoeid worden, alsof er energie uit ons wordt getrokken. Ik zeg maar niet wat ik denk hoe dat komt, ik wil Julia niet ongerust maken. Wat mij vooral beangstigt, is die natte plek in de keuken die verdwijnt niet meer, dat maakt het zo bedreigend, zo concreet.
Ik hou het gastenboek nu uit de buurt van Julia, ik schrijf alleen als ze niet in de kamer is en leg het daarna steeds op de balk boven de open haard. We hebben stil gegeten, niet bepaald een vakantiesfeer. Eigenlijk denk ik dat we beter naar huis kunnen gaan.

De zesde nacht.

We gaan naar huis, Julia is de auto aan het in pakken, ik maak daar nu vlug gebruik van om op te schrijven wat er vannacht is gebeurd. Om een of andere reden heeft een van ons vergeten de keukendeur te sluiten toen we gisteravond naar bed gingen. Tegen twaalf uur begon weer de spookachtige toestand, de sluipende geluiden, het gekreun in de keuken en het blauwe licht maar daar bleef het niet bij. We zagen onder het laken door dat het blauwe licht de kamer in kwam, en zacht, heel zacht hoorden wij iemand lopen. Hoe ik het gedurfd heb weet ik niet maar ik tilde het laken een beetje op en zag een enorme dikke naakte vrouw, haar huid was blauw dooraderd en achter die vliezige huid dreef een grijzige bagger, slierten stroomden daar door elkaar heen als een zak vol ongezond sperma.
We durfden, we konden ons niet meer bewegen, dodelijk moe konden wij alleen nog kijken. Ik wist niet of we dood of levend waren, mijn vrouw voelde koud en klam aan terwijl ze met opengesperde ogen staarde naar wat ook ik gedwongen werd te aanschouwen. Het dikke klotsende wijf ging op de grond liggen, ze leek er iets boven te zweven alsof zij op een onzichtbare matras lag. Wat er toen gebeurde was zo weerzinwekkend, overal uit de hoeken van de kamer kwamen lijken kruipen, we hadden geen idee waar die plotseling vandaan kwamen.
Het waren allemaal dode mannen in allerlei stadia van ontbinding en zij begonnen met hun zwart genagelde klauwen aan het vel van het dikke wijf te trekken, langzaam werd dat zo strak getrokken dat je de contouren van een slanke vrouw in het deinende slijm kon zien. Kort daarna scheurde het vel met een akelig geluid open en golfde de grijze klieder uit de liederlijke wonden. De lijken stortten zich er gulzig op en begonnen het op te slurpen. En uit dit weerzinwekkende bacchanaal rees de vrouw op, een mooie jonge vrouw, zij keek minachtend naar de kronkelende mannen aan haar voeten en verdween. Ze liep naar de muur, door de muur, het was een spook maar wel een spook met een mooie kont. Ook de lijkenmannen losten langzaam op.
In het gastenboek schreef ik: ‘Wegwezen, weg van hier…….’

Later hoorden wij van de verhuurster dat twee dames die het huisje na ons hadden gehuurd erg bang zijn geweest en eigenlijk onmiddellijk hadden willen vertrekken. Misschien heb ik het toch niet allemaal gefantaseerd en woonde daar ooit de hoer van Collonge.

Guido van Geel

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

guido van geel

Geplaatst op

26-12-2014

Over dit verhaal

'Onschuldig, zo waar als dat ik hier sta', zei de beklaagde en wist dat hij nog lang genoeg kon zitten.

Geef uw waardering

Er is 6 keer gestemd.

Social Media

Tags

Frankrijk Guidovangeel Vakantie

Reacties op ‘De hoer van Collonge’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd