Jij en ik
Op een dag kwam ik jou tegen. Ik liep de trap af en jij kwam je woonkamer uit. Ik stelde me voor, jij stelde me voor. Ik was meteen onderste boven van jou. Jij viel even stil. Dagen werden weken en weken werden maanden. Soms kwamen we elkaar tegen, soms praatten we even en soms keken we elkaar heel lief aan. Steeds vaker in de week zagen we elkaar. Gezellig in de avond praatten over vanalles.
Toen kwam de dag dat ik je uitvroeg. Jij zei ja. We hadden een super leuke avond en aan het einde pakte ik je hand vast. We keken elkaar, jij zoende mij en pakte me vast. Het voelde fijn, warm, veilig, vertrouwd. Toen we thuiskwamen zoende je me weer.
Ik werd de volgende dag wakker, had het gevoel dat het allemaal een droom was. Ik liep naar beneden, hopend dat je thuis was. Daar was je, je groette me en pakte me vast en zoende me. Ik wist dat het geen droom was. Ik was zo blij. Na al die tijd wist ik eindelijk wat jij voor mij voelde.
De weken erna waren gevuld met blijheid, liefde, warmte, gezelligheid. We gingen uit, we sliepen bij elkaar, deden leuke dingen, lieten de liefde voor elkaar zien, we deelden speciale momenten. Het was allemaal perfect. Ik voelde me gelukkig. Ik vertelde dat jij een goede invloed op me had en dat je me elke dag liet stralen en lachen. Jij zei dat ik dat ook op jou had en dat je elke dag ook een lach op je gezicht had. Sommige dagen zei je dat je me miste of dat je de hele dag aan me gedacht had. Dan knuffelden we elkaar. Jij was het voor mij en ik was het voor jou.
Je stelde me voor aan je vrienden en soms deden we leuke dingen met zijn allen. Ik dacht dat dit het was. Ik voelde me helemaal welkom en eindelijk eens ergens tussen passen. Alles ging goed…
Toen opeens sloeg je om. Ik zag je steeds minder, sprak je steeds minder. Ik me maar afvragen of het aan mij lag, maar je zei dat dat niet zo was. Je zei dat je nog wat dingen op een rijtje moest zetten, maar dat je mij niet de dupe ervan wilde laten worden. Toen ging het weer een tijdje goed. Deden leuke dingen en lieten elkaar weer voelen wat we in het begin voelde. Maar schijnbaar kon jij het niet aan en op een ongelukkige avond stuurde ik een wanhopig berichtje en lag ik in je bed, bang je kwijt te zijn. Je kwam thuis en was verbaasd dat ik er lag. Je kuste me en kroop in bed. In de ochtend was je afstandelijk, je kwam wel even tegen me aanliggen. Toen moest je naar je werk, ik rende naar je toe en pakte je vast, wilde je niet meer loslaten. Als ik wist wat er s avonds zou gebeuren, had ik dat ook niet gedaan.
Je stuurde een berichtje of we s avonds iets konden gaan drinken. Ik had geen idee wat er aan de hand was of wat er zou gaan gebeuren. Je haalde me af van het station en we liepen naar de stad. Gingen zitten en bestelden wat te drinken. Nogsteeds had ik geen flauw benul. Toen begon je te vertellen. Over dat je het niet meer kon, dat je het oneerlijk voor mij vond, dat je mij niet kon geven wat ik wilde. ik begreep er niks van. Waar kwam dit opeens vandaan. Het was voorbij, zomaar opeens. Ik huilde, jij pakte me hand vast, keek me aan. ik bleef maar doorhuilen. Ik zei dat ik je niet kwijt wilde.
We liepen naar huis. Soms knuffelde we elkaar nog even of deden we alsof er niks aan de hand was. thuis aangekomen stortte ik in. Ik snapte er gewoon niks van, lag het aan mij? Wat is er mis gegaan? Ik omhelsde je, zei dat ik je niet kwijt wilde, zei dat jij het helemaal voor me was. maar jij bleef voet bij stuk houden, zei dat je het niet aankon op het moment, maar dat het in de toekomst ook niks meer zou worden. Ik moest niet op je gaan wachten, het is voorbij.
Toen zei je dat je weg moest nu. Je ging. Bij de deur twijfelde je even, maar zette door en toen was je weg. Ik zat daar op de trap, nogsteeds niet begrijpend wat er aan de hand was. ik stortte in. Bleef maar huilen en wilde dat je terug kwam. Mijn vader kwam naar beneden lopen, zicht afvragend wat er aan de hand was. ik vertelde wat je had gedaan. Hij gaf je gelijk en zei dat je dit helemaal niet had moeten doen al vanaf het begin en dat dit beter was. Ik werd boos en liep naar boven, zei dat hij eens moest liegen om me beter te laten voelen.
De volgende dag heb ik alleen maar gehuild. Kon niks eten, kon niks drinken. Kon alleen maar aan jou denken. Ik vroeg of je kon praten, maar je wilde alleen zijn. De dagen erna waren zo zwaar voor mij, ik kon je niet zien, kon je niet spreken. Kon alleen maar huilen.
Vier dagen later sprak en zag ik je eindelijk weer omdat je ermee instemde om te praten. We gingen wandelen. Ondertussen hadden we het over waarom en hoe. Ik zei dat ik het nogsteeds niet snapte. Jij vertelde dat we niet bij elkaar pasten. Ik zei dat dat echt onzin was. Ik kon je niet overhalen, je was zo resoluut. Ik vroeg aan jou of het allemaal echt was. Jij keek me aan en zei oprecht dat het allemaal echt was. Ik geloofde je… Je hebt nog een paar lieve dingen gezegt. Toen gingen we weer naar huis. We zaten nog even buiten, ik huilde half. We keken elkaar even aan en ik zag twijfel in je ogen. Je wendde je blik af en schudde nee. Nogsteeds kon ik het allemaal niet geloven. Hoe kon je zomaar de leuke tijd die we hadden zomaar opgeven?
Na die dag sprak ik je heel soms via een berichtje, maar dat verdween ook heel snel. Je reageerde niet meer. Ik heb je een paar keer gezien en met je gepraat. Het voelde fijn en ik glimlachte weer even. Maar een uur erna voelde ik me alleen omdat ik wist dat wat we hadden niet meer terug zou komen. Dan werd ik weer verdrietig.
Ik sprak je op een dag. Het was gezellig en we keken elkaar diep in de ogen en ook voor een lange tijd en zag daar nou een beetje twijfel? Ik zei sorry voor het berichtje en dat ik in je bed lag. Jij zei dat ik daar geen sorry voor hoefde te zeggen. Ik zei dat het me dwars zat. Jij zei dat je het wel lief van me vond. We namen afscheid.
Toen vandaag. Ik zat op de grond tegen de muur, voelde me zo verdrietig. Jij liep langs, zei alleen hey, maar vroeg niet wat er aan de hand was. Of je zag het niet, of je wilde het niet zien. Je liet me gewoon alleen, deed alsof je het niks kon schelen. Je ziet gewoon niet wat je me aangedaan hebt. Vanbinnen ben ik gebroken. Je hebt me gekwetst, gebroken, wantrouwig gemaakt voor andere mensen, mijn levenslust ontnomen. Ik weet niet meer wat ik moet, wat ik moet denken, wie ik ben.
Ik had dit niet verwacht. Eens was je een lieve jongenman en het volgende moment ben je een emotieloos persoon geworden die mij zomaar alleen gelaten heeft. Niet nadenkend over wat voor impact je hebt gemaakt op mij. Je ziet gewoon niet wat er aan de hand is. Je vraagt je niet af hoe het met mij gaat. Ik pas niet meer in jouw leven. Ook al waren we maar een maand bij elkaar, schijnbaar betekende dat niks voor jou. Je hebt me zomaar aan de kant gezet alsof ik een stuk afval was.
Door jou heb ik zoveel woede in me, maar ook heel veel verdriet. Ik wil met je praten, maar jij laat me niet toe. Het kan je niks schelen, het kan je niet schelen hoe ik me voel. Ik ben niks meer voor jou, ik besta niet meer voor jou. Ik wil je laten zien wat je me hebt aangedaan. Ik hoop dat ik het op een dag tegen je kan zeggen.
Maar voor nu schrijft ik dit verhaal. Misschien lees je het ooit en besef je eindelijk wat je mensen aandoet en wat voor persoon je bent. Ik ben je kwijt dat weet ik.
Reacties op ‘Jij en ik’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!
Reageren
Laatste berichten op het forum
- 14/08 verhaal van de dag
- 18/06 [s]hooi[/s] hoi
- 08/03 Goedkeuring verhaal
- 15/11 Eerste stuk van Dreambender
- 15/11 VERHALEN WEDSTRIJD!!!
- 31/10 Dit ben ik....
- 21/07 Vraag aan iedereen hier!
- 03/07 Wie kent het verhaal Jumbo
- 20/06 Hallo
- Naar het forum »
Laatste nieuwsberichten
Tips voor een Oost-Afrikaans avontuur: een gids voor ontspannend safari plezier
Spanning voelen bij online spelen
De beste online poker strategieën
Zij zijn duurzaam van zichzelf
Het ongelooflijke verhaal van Louis Zamperini
Liever vrolijk rondrijden in je Peugeot dan huilen in je Ferrari
Het wonder van Cesena: The Rockin’1000