De vrouw in het rood: Deel 46
46.
Zijn hoofd bonsde. Hij wist niet of het van de verdoving kwam of dat het een gevolg was van het feit dat hij zijn hoofd tegen de muur had gestoten wanneer de gangsters hun weg naar binnen zochten. Hij kon zijn zicht moeilijk scherp stellen en de geluiden die hij hoorde klonken vervormd in zijn oren. Verward sloot hij terug even de ogen en wanneer hij die weer opende ondervond hij dat het nu wat beter was, al bleef er iemand met een hamer in zijn hoofd bonzen.
Hij wilde bewegen, maar dit ging niet. Zijn voeten waren samengebonden en zijn handen achter zijn rug hadden dezelfde onderhandeling gekregen. De prop die in zijn mond was geduwd, smaakte vreemd. Hij probeerde te vermijden om te kokhalzen. Hij wist als hij nu zou overgeven, dat hij in zijn eigen braaksel zou kunnen stikken. Hij lag op zijn zij op de grond naast het bed. Met veel moeite kon hij door wat te schuiven rechtop zitten tegen de muur. Toen zag hij Katarina.
Zij lag op het bed. Als vanzelf gingen zijn ogen naar tekenen of ze nog ademhaalde. Innerlijk gaf hij een zucht van opluchting toen hij zag dat haar borst langzaam op en neer rees. Op het eerste zicht zag hij geen verwondingen bij haar. Blijkbaar was enkel hij wat geraakt aan het hoofd, maar waarschijnlijk zonder veel erg, daar hij zich niet misselijk voelde. Een hersenschudding was een van de eerste zaken waar hij aan had gedacht, toen hij zijn pijnlijk hoofd voelde. Gelukkig was hij daarvan gespaard gebleven.
De gedachtes en vragen schoten hem nu in een vlugge opeenvolging door het hoofd. Had de Generaal hiermee rekening gehouden? Jean-Pierre wist dat hij geen tijd had gehad om het zendertje in de capsule in te slikken. Als Generaal De Tavernier niet had vernomen dat deze mannen in hun kamer waren binnengedrongen, was het noodzakelijk dat dit zo rap mogelijk gebeurde. Toen zag hij zijn capsule op het nachttafeltje liggen. Met wat geluk kon hij dit een duw geven, zodanig dat de capsule op de grond zou vallen. Hij wou juist zich proberen wat dichter te schuiven toen de twee mannen binnenkwamen.
‘Ha, er is er hier al iemand weer wakker. Mooi blijven liggen, maat. Jij gaat nergens heen.’ De man, een veertiger, gekleed in jeans en een lederen jekker, trok hem bij zijn handen omhoog en sleurde hem naar een stoel. ‘Hier, mooi stil zitten of ik steek je in de kast tot ik verdere instructies krijg.’
Ondertussen was er beweging in Katarina aan het komen. Blijkbaar wist zij ook van de verdoving, want Jean-Pierre hoorde haar wat kreunen achter haar knevel, toen ze haar ogen weer toekneep.
‘Aha, het koppeltje is weer bijna volledig bij hun positieven.’ Hij trok Katarina van het bed en deponeerde haar in een van de zetels die in de kamer stonden. ‘Braaf zijn, jongedame, anders leg ik je onder bed, bij de pluizen en de boeman.’ Hij lachte om zijn eigen grapje. Buiten zijn kompaan, een jonge man van een eind weg in de twintig, kon niemand deze humor smaken.
Het duurde niet lang vooraleer de oudere van de twee gangsters een telefoontje kreeg. Hij luisterde een paar tellen en met een kort ‘Oké’ sloot hij het gesprek af. ‘Nog eventjes wachten en dan mogen jullie je liedje zingen. Ik hoor graag een mooi duet, dus doe straks maar je best.’ Hij lachte terug om zijn eigen woorden.
Een vijftal minuten later, hoorde Katarina, die angstvallig naar Jean-Pierre keek, een korte klop op de deur. Toen de jonge gangster de deur opendeed, herkenden Jean-Pierre en Katarina direct de pedante gangster van in de nachtclub ‘Pretty Men and Women’.
‘Goeiendag, geachte gezelschap. Ik zie dat jullie het goed kunnen vinden met mijn twee mannetjes. Ik hoop dat jullie hen niet de oren van het hoofd hebben gekletst. Oh ja, het is waar, jullie kunnen niets zeggen met die prop in de mond. Mijn fout, had ik niet direct gezien.’
In tegenstelling met de grapjes van zijn ondergeschikte, lachte deze man niet of de gevaarlijke grijns die op zijn gezicht lag, zou daarvoor moeten doorgaan. ‘Hebben jullie de kamer doorzocht naar de tapes? Hebben jullie ze gevonden?’ Hij wees met zijn gehandschoende handen eerst op zijn medewerkers en daarna op zijn omgeving.
‘We hebben er twee gevonden, baas,’ antwoordde de oudere gangster, terwijl hij deze overhandigde. ‘Van de derde geen spoor. We hebben elke hoek en elk kantje nagekeken, zelfs twee maal, maar zonder resultaat.’
De man met de handschoenen kon deze mededeling niet echt appreciëren.
‘Jullie zullen nog eens met een fijne kam door deze kamers gaan en als jullie de derde tape dan nog niet vinden, gaan we dan eens een aangenaam praatje maken. Jullie twee en ik en…mijn wapen.’ Hij haalde een revolver tevoorschijn vanuit een schouderholster en schroefde er een geluiddemper op. Daarna legde hem ostentatief op het kleine tafeltje in de kamer, terwijl de twee mannen begonnen met hun opdracht.
© Rudi J.P. Lejaeghere
19/03/2015
Reacties op ‘De vrouw in het rood: Deel 46’
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!
Reageren
Laatste berichten op het forum
- 14/08 verhaal van de dag
- 18/06 [s]hooi[/s] hoi
- 08/03 Goedkeuring verhaal
- 15/11 Eerste stuk van Dreambender
- 15/11 VERHALEN WEDSTRIJD!!!
- 31/10 Dit ben ik....
- 21/07 Vraag aan iedereen hier!
- 03/07 Wie kent het verhaal Jumbo
- 20/06 Hallo
- Naar het forum »
Laatste nieuwsberichten
Tips voor een Oost-Afrikaans avontuur: een gids voor ontspannend safari plezier
Spanning voelen bij online spelen
De beste online poker strategieën
Zij zijn duurzaam van zichzelf
Het ongelooflijke verhaal van Louis Zamperini
Liever vrolijk rondrijden in je Peugeot dan huilen in je Ferrari
Het wonder van Cesena: The Rockin’1000