Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

de grote reis

Hij was ergens in de stad op zoek naar zijn dochter en schoonzoon.
Op verschillende plaatsen was hij al geweest en dwaalde nu eigenlijk wat doelloos rond in de hoop ze zomaar ergens tegen te komen.
Misschien waren ze aan het winkelen of zaten ze ergens op een terras.
Het geluk was met hem, want hij zag ze schuin aan de overkant staan, terwijl ze keken naar de etalage van een damesmodezaak.
Hij riep over het drukke verkeer heen, maar de tram overstemde hem en hij werd niet gehoord. Oversteken was geen doen bij dit drukke verkeer van jankende trams, snelle taxi’s en roekeloze fietsers. Dan maar snel naar de zebra enige tientallen meters verderop. Hij haastte zich zo snel als zijn oude benen hem konden dragen.
Met de stroom wachtenden op het groene voetgangerslicht beende hij naar de overkant.
Voor de etalage stonden ze niet meer.
Ook verderop bij de andere winkels zag hij ze niet.
De moed zonk hem in de schoenen, want hij moest hen vertellen, dat hij op reis moest. Zomaar vertrekken, zonder hen te informeren, kwam niet ter sprake.
Sinds de dood van zijn vrouw, nu alweer zo’n veertien jaar geleden, was hij in de buurt van zijn dochter gaan wonen in de hoop en verwachting aanspraak te vinden en mogelijke eenzaamheid te kunnen vermijden.
Aanspraak was er genoeg geweest, maar de eenzaamheid was toch gekomen.
Het duurde een fiks aantal jaren voordat hij begreep dat je eenzaamheid niet kon omzeilen. Dat je er dwars doorheen moest.
Honderden stille uren van grijze tranen had hij geschreid, die niemand had gezien.
Natuurlijk niet, want als hij er over sprak hield hij zich groot.
Vader was nog steeds die sterke man, die zijn dochter hem altijd had gevonden.
Die illusie haar hij wilde niet ontnemen. Maar ja, hoe lang kun je dit volhouden?
Hij bracht het tenslotte niet meer op en plengde ook af en toe tranen in het bijzijn van dochter en schoonzoon.
Hete tranen van eigenlijk alles dat hem in zijn leven was overkomen, van wat hij was kwijtgeraakt, van wat hem had gestoken, gestorven vrienden die hem voorgingen, zijn huwelijk en kinderen en dat alles overgoten met de gedachte aan zijn eigen naderende einde, dat al dichtbij op de loer lag.
Hij zag er niet tegen op om dood te gaan, integendeel.
Als er een oude vriend stierf, bespeurde hij zelfs enige jaloersheid in zichzelf, dat hij nog moest doormaken, wat die vriend zojuist achter de rug had.
Hij geloofde niet in hemel of hel. In dat laatste al helemaal niet.
Hij dacht dat er niets meer kwam, omdat leven naar zijn mening een toevalligheid was. Mocht er toch wel iets zijn, dan merkte hij dat vanzelf wel. In ieder geval het beangstigde hem zeker niet.
Het lopen deed hem zeer en dat was mede de reden, dat hij zijn dochter wilde vragen hem naar het station te rijden.
De koffer die hij voortzeulde, zou hij al helemaal zo ver niet kunnen dragen.
Het was zaak ze nu snel te vinden, want kijkend op zijn horloge zag hij, dat de tijd begon te dringen.
Hij tuurde tussen de modepoppen door de winkel in en daar zag hij ze.
Hij ging naar binnen en begroette hen hartelijk. Gelukkig dacht hij, dat is een zorg minder.
De schoonzoon ging alleen naar huis om de auto op te halen, zijn vrouw met haar vader in de winkel achterlatend.
“Gaan jullie maar ergens koffie drinken,” dan kom ik zo terug met de auto en kunnen we de rest van zijn bagage ophalen”, had hij gezegd.
Maar zo eenvoudig bleek het niet te zijn.
Het was een reuze klimpartij naar hun appartement ergens hoog in een grotesk gebouw.
Je kon buitenom via het bergpad of je ging binnendoor en moest eindeloze trappen opklimmen voordat je boven was. Hij besloot het bergpad te nemen, omdat de stijging minder van zijn knieën vergde dan de trappen. Tenslotte kwam hij boven en via een korte neerwaartse trap stond hij op het dakterras van het gebouw.
Het dak werd gerepareerd en de werkers hadden de ingang naar de trap versperd, zodat hij er niet langs kon.
Op zijn vraag om naar binnen te mogen, kreeg hij te horen, dat de trap naar beneden ook was weggehaald en vervangen zou worden voor een nieuwe.
Ja daar was bericht van gestuurd zeiden ze. Zij konden het niet helpen dat die berichten niet werden gelezen, maar naar binnen gaan via deze ingang was nu onmogelijk. Terug dus maar weer over het bergpad en vechten tegen zijn hoogtevrees. Stijgen was minder angstig dan dalen merkte hij telkens.
De tijd leek zich met steeds grotere stappen voort te bewegen en hij besefte dat hij niet meer op tijd zou kunnen zijn.
Hij zag dat de geplande trein over een tiental minuten al zou vertrekken.
Wat moest hij doen, want op een terras zouden ze vast niet meer zitten.
Hij besloot direct naar het station te gaan, in de verwachting hen daar aan te treffen en in de hoop nog afscheid van hem te kunnen nemen.
Zijn vrouw was inventief genoeg om voor een oplossing te hebben gezorgd, toen ze merkte dat hij te lang wegbleef. De drukte van het verkeer met alle bijbehorende geluiden en flitsende beelden legden een band om zijn hoofd. Migraine dacht hij, ’t is weer zo ver.
Als alles vlot ging kon hij het misschien net redden om thuis te zijn voordat de hoofdpijn toesloeg. De aankondigende band om het hoofd liet hem altijd enige uren voordat de migraine aanviel.
De auto werd geparkeerd en hij haastte zich het station in.
Ondanks de grote hoeveelheid reizigers kon hij ze van verre al zien staan, de schoonvader met zijn dochter.
Vroeger wilde hij de vader van zijn kind zijn en nu voelde hij zich wel eens het kind van zijn dochter. Daar had zij verdriet om omdat ze dan soms het gevoel had al geen vader meer te hebben. Vaag naast hem zag de schoonzoon nog een gedaante, heel even maar en toen was het weer weg. In de grote drukte die er heerste op het perron kon je iemand gauw kwijtraken maar de hij hield ze goed in het oog.
Even later was die gedaante er weer en stond in de typische houding, waarin zijn vrouw vroeger ook stond. Eerst wat vaag maar voor de schoonzoon steeds helderder waarneembaar. Ze was gekleed in lichtgrijze robe manteau, waarboven een kleurige zijden sjaal.
De schoonvader stond er goed bij, alsof de rood ontstoken voeten hem geen pijn meer deden, waardoor het lopen hem ineens gemakkelijk afging.
De trein stond klaar voor vertrek en de laatste seconden waren aan het verstrijken.
Hij zei tegen zijn vrouw: ”Kom Mieke, we moeten gaan.”
Hij lachte, nam zijn vrouw bij de arm en de koffer in de andere hand.
Zij ging hem voor de trein in en hij volgde, de koffer makkelijk voor zich uit zwaaiend de hoogte in.
Nog eenmaal keek hij om en knikte vrolijk onze kant op.
Een scherp signaal en de trein vertrok.
“Waar gaat hij eigenlijk heen?” vroeg mijn vrouw.
“’k Wou dat ‘k het wist,” antwoordde ik.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

iakon

Geplaatst op

06-01-2017

Over dit verhaal

uit: Sterven voor Beginners

Geef uw waardering

Er is 2 keer gestemd.

Social Media

Tags

Allegorie Laatsteuur Levenstraject

Reacties op ‘de grote reis’

  • Het is vreemd ... ik heb dit nu een paar keer gelezen en kan geen 'naam' vinden voor wat ik voel. Eenzaamheid? Troosteloosheid? Dat voel ik, denk ik.

    Irene O. - 18-08-2017 om 12:25

  • De hoofdpersoon was bij leven een zeer ontwikkeld mens met hoge maatschappelijke status. Afgestudeerd econoom en secretaris generaal van de internationale kamers van koophandel. Ik wist al jaren hoe hij zijn sterven zou beleven. Daarover schreef ik "De Grote Reis" ruim zes jaar voor zijn dood.Heb ook letterlijk tot zijn dood toe bij hem gezeten. En ja, diep in coma vlak voordat de adem stopte hief hij tweemaal zijn hand op. Hij had beloofd voordat hij in de trein stapte, dat hij zou zwaaien. Hij heeft geleefd als een zeer gelukkig mens, well to do en omringd door dierbare mensen, waarvan tenslotte wij als enige waren overgebleven. Die laatste eenzaamheidsmomenten braken hem wel eens op. De urenlange eindgesprekken deden hem en mij goed en er ontstond een band, die los van deze wereld was, die diep helder en oprecht was. Tijdens die gesprekken was de wereld heel ver weg en er heerste voldoening en vrede. Zo oprecht zou de wereld moeten zijn. Telkens als ik zijn bed verliet moest ik terug in die harde alles-belazerende werkelijkheid. Dat viel mij moeilijker dan bij hem zijn. Het verhaal "De Ring"i s evenzo ontstaan.

    iakon - 22-08-2017 om 10:05

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd