Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

De Klas van Daniël H 18: Een Missie

Hoofdstuk 18: Een missie





De meester vraagt aan de klas of ze een leuke kerstvakantie hebben gehad.
'De mooiste uit mijn hele leven, meester!' antwoordt Milan.
'Zo, dat komt dan goed uit, dan kun je er weer met frisse moed tegenaan.'
Ze beginnen aan de les. Na een tijdje vraagt Eva aan Jasmijn of zij ook vindt dat Maud weer zo ontzettend stom loopt te doen.
'Die grappen die zij vertelt zijn echt niet leuk,' zegt Eva met een gemene blik in haar ogen.
'Dat is waar, de enige die om haar grappen lacht is zijzelf,' zegt Jasmijn terug.
'Maud is inderdaad echt vervelend,' zegt ook Noor.
Teun neemt het woord en zegt hardop, dat ze als groep iets heel bijzonders hebben meegemaakt.
'Pst..., Teun, praat daar niet over,' fluistert Daniël.
'Waarom niet?' vraagt Teun verbaasd.
'Wil iemand wat vertellen wat hij deze kerstvakantie beleefd heeft?' vraagt de meester en hij kijkt Maud aan.
'Meester, we zijn op bezoek geweest bij een oom en tante,' begint Maud.
'Daar heb je haar weer,' zegt Eva op zachte toon, maar wel zodat iedereen het hoort.
'Maud, de meester zei “iemand”, hij bedoelde geen ezelin zoals jij,' zegt Fleur.
Tim hoort de vervelende woorden van Eva en Fleur en wordt boos. Hij spreekt Fleur erop aan.
'Fleur, waarom doe jij altijd zo vervelend tegen Maud? Jij bent zelf een ezelin!'
'Wat heb jij ineens, Tim?' antwoordt Fleur verontwaardigd.
'Fleur, vraag je maar liever af wat er is met jezelf,' zegt Tim met stemverheffing.
'Pff.....,' zegt Fleur, terwijl zij zich geen raad weet met de opmerking van Tim.

In de pauze loopt Teun naar Daniël toe.
'Daniël, wat bedoelde je nou? Waarom mocht ik niet vertellen wat wij gezien hebben?'
'Niemand zou je hebben begrepen, dat zou geen zin hebben gehad,' antwoordt Daniël.
Tim en Bram staan bij elkaar. Maud loopt voorbij. Ze durft Tim en Bram niet aan te kijken. Daniël komt er aangelopen.
'We hebben in ieder geval een poging gedaan om het op te nemen voor Maud,' zegt Tim.
'Dank je wel, Tim. Maar het was alleen geen beste poging,' zegt Daniël. Bram en Tim kijken Daniël vol ongeloof aan.
'Wat bedoel je?' vraagt Tim.
Daniël legt uit wat hij bedoelt.
'Tim, je zei tegen Fleur dat zij een ezelin was, maar dit was precies wat zij tegen Maud gezegd had.'
'Dan weet zij eens zelf hoe het voelt om uitgescholden te worden,' zegt Tim.
'Ja, dat wel, maar ik denk dat er misschien een betere manier is,' zegt Daniël.
'Wat dan?' vraagt Bram nog steeds vol ongeloof.
'Wat je nu gedaan hebt is eigenlijk hetzelfde als Fleur zelf altijd doet,' gaat Daniël rustig verder.
'Dat is dus rechtvaardigheid, dat wij haar een keer terugpakken,' zegt Tim, overtuigd van zijn gelijk.
'Ja, dat is rechtvaardig, maar om mensen te veranderen is er denk ik iets anders nodig,' zegt Daniël.
'Wat dan?' vraagt Tim. Hij is toch wel geïnteresseerd in de woorden van Daniël.
'Door goed voor iemand te zijn,' antwoordt Daniël beslist.
'Wat hadden we dan moeten zeggen?' vraagt ook Bram geïnteresseerd.
'Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: Fleur, hoe denk je dat het voelt om een ezelin genoemd te worden? Dan zeg je waar het op staat zonder dat je haar beledigt,' antwoordt Daniël rustig.
Het blijft even stil na deze woorden van Daniël.
Dan zegt Bram: 'Daar zit wat in.'
'Hoe zit het dan met de rechtvaardigheid? Als iemand steeds zo gemeen doet, dan verdient ze wel zoiets als straf, vind je niet?' vraagt Tim door.
'Dat is een moeilijke vraag,' antwoordt Daniël.
'Ja, ik vind ook wel dat Tim gelijk heeft,' zegt Bram.
'Maar het gaat ons om Maud, of niet?' vraagt Daniël.
'Ja dat klopt,' antwoordt Tim en Bram knikt.
'Als we de situatie voor Maud willen veranderen, dan kunnen we niet veel doen als we alleen maar bezig zijn met straf,' gaat Daniël verder.
'En wat zouden we dan moeten doen?' vraagt Tim.
'Weet je, hoe is dat bij ons eigenlijk gegaan?' vraagt Daniël.
Tim en Bram vallen allebei stil en voelen nog steeds wat schaamte, denkend aan al de rotstreken die ze bij Daniël uitgehaald hebben, maar die tijd ligt nu ver achter hen.
'Laat me even nadenken..., ' zeg Tim.
'Als het niet te lang is, want bij jou kan dat altijd wel een tijdje duren.., ' zegt Bram met een grijns op zijn gezicht.
'Sst...,' zegt Tim.
'Grapje...,' zegt Bram.

Enkele lange ogenblikken later. 'Ik weet het!' roept Tim enthousiast.
'Ik ben benieuwd,' zegt Daniël.
'Ik ook,' zegt Bram.
Dan, na een korte stilte, deelt Tim zijn idee mee: 'Het antwoord is vriendschap!'
'Leg maar uit wat je bedoelt,' zegt Bram.
'Nou, naar een vriend luister je heel anders dan naar een ander persoon. Als iemand op televisie een advies geeft, dan zal ik daar zeker niet altijd naar luisteren, maar als een vriend iets tegen mij zegt, dan denk ik daar altijd wel over na,' zegt Tim.
'Dat is waar!' zegt Bram.
'Wat is dan jouw plan?' vraagt Daniël.
'We moeten vriendschap sluiten met Fleur,' zegt Tim beslist.
'Dat lijkt mij een erg goed plan,' zegt Daniël.
'Kom, laten we gelijk naar haar toegaan, ze staat daar verderop,' zegt Tim.
'Zullen we niet eerst gaan nadenken wat we kunnen zeggen?' vraagt Bram.
'Ik weet al iets. Kom,' antwoordt Tim. Ze lopen naar Fleur toe die met Eva aan het praten is.
'Hallo Fleur,' begint Tim.
'Waarom komen jullie naar ons toe?' vraagt Fleur, die zich de woorden van Tim nog goed herinnert.
'Nou eerst om sorry te zeggen tegen jou Fleur; ik bedoelde het niet zo,' zegt Tim.
Eva neemt het voor Fleur op. 'Maar je zei het wel. Je zei dat Fleur een ezelin was.'
Bram verliest bijna zijn geduld maar houdt zich in, zodat hij niet zegt: Maar jullie zeggen dat altijd tegen Maud.
'We komen naar jullie toe, gewoon om even bij jullie te zijn,' zegt Daniël.
'Is dat alles?' vraagt Eva.
'Nou, ik wil dus even sorry zeggen,' antwoordt Tim.
'Oké, dat is wat ik wou horen,' zegt Eva op een serieuze toon.

'Dus nu zijn jullie weer aardig tegen ons?' vraagt Fleur.
'Dat is onze bedoeling,' zegt Daniël.
'Ja, wij willen met iedereen vrienden zijn, dus ook met jullie,' zegt Tim.
'Jullie willen vrienden met ons zijn?' vraagt Eva.
'Ja,' antwoordt Tim en hij doet echt zijn best om te glimlachen.
'Oké, dan zijn we vrienden,' zegt Eva.

Tim, Bram en Daniël lopen weer verder.
'Tim...,' zegt Bram.
'Ja,' antwoordt hij.
'Dat was niet zo handig van jou, hè, om te zeggen dat je vrienden wilt worden met meisjes,' gaat Bram verder.
'Hoezo?' vraagt Tim.
'Nou, ik ga echt niet met poppen spelen hoor!' antwoordt Bram.
'Jij denkt dat ze nog met poppen spelen?' vraagt Daniël.
'Jij niet dan?' vraagt Bram. 'Mijn jongere zus van negen heeft nog veel poppen op haar kamer.'
'Nee, ik denk van niet nee,' zegt Daniël beslist.
'Nou je het zegt, ik moet er ook niet aan denken om een heel paard te moeten lopen kammen,' zegt Tim.
'Ik denk dat het er niet om gaat dat wij veel met hen om moeten gaan, maar dat ze weten dat we om ze geven,' zegt Daniël.
'Ah, bedoel je dat! Ja, dat wil ik wel,' zegt Bram.

De pauze is voorbij en iedereen komt de klas weer binnen. De meester deelt mee dat ze straks een toets hebben over de hoofdsteden van Europa.
'Ik hoop dat jullie ze nog kennen.'
Sem neemt een laatste hap van zijn boterham, en met een volle mond begint hij te praten.
'Meester, wat was ook al weer de hoofdstad van Slowakije?'
'Sem, hoe kun je nu met volle mond praten?' vraagt de meester. Sem slikt de laatste hap door zijn keel.
'Dat is gewoon een kwestie van goed oefenen, meester,' zegt Sem met een grijns op zijn gezicht.
'Of van opgevoed worden,' laat de meester vallen.

De volgende ochtend spreekt de meester de klas toe.
'Beste jongens en meisjes. Ik heb de verhalen nagekeken, en ik moet zeggen dat jullie goed jullie best hebben gedaan. Er zijn bijna geen onvoldoendes. Eens kijken, Pepijn, een mooi verhaal over een jongen uit een arme buurt die profvoetballer geworden is: een acht.
Eva, jouw verhaal over paarden heb je goed geschreven, er zaten alleen nog wel wat taalfouten in, maar al veel minder dan de vorige keer: een zeven. Maud, jouw verhaal over kabouters in het bos was wel wat langdradig, maar ook een goed cijfer: een zeven, Samuel ook goed: een acht. Sem, jij hebt echt een heel bijzonder verhaal geschreven. Ik doe het niet vaak, maar je krijgt een tien. Jij hebt een erg rijke fantasie.'
'Een tien!' roept Sem blij uit.
Dan stelt de meester voor om de verhalen voor te gaan lezen, voor wie wil.
'Wie wil zijn verhaal voorlezen aan de klas? Iedereen kan aan de beurt komen.'
Er gaan geen vingers omhoog. 'Niemand... ? Nou Sem, jij had een tien dus begin maar.'
'Een andere wereld,' begint Sem. 'Een groep vrienden was in het bos aan het spelen. Plotseling verscheen er een vreemd wezen dat de groep vrienden mee nam naar een land boven de wolken. Ze stegen langzaam omhoog door de wolken heen en kwamen spoedig in een nieuwe, prachtige wereld. Er waren de mooiste bloemen en verderop zagen ze allemaal vreemde dieren. Sommige dieren konden zelfs praten.'
De andere jongens kijken naar Sem en fluisteren: 'Wat doe je?'

In de pauze op het schoolplein zegt Luuk tegen Sem:
'Sem, als ik ons avontuur had verteld, dan had ik ook een tien gehad.'
'Ja, ik ook,' zegt Lars.
Verderop staat de groep van Eva en Fleur bij elkaar. Ook Jasmijn en Finja staan erbij. Dan komt Maud eraan gelopen.
'Maud, jouw verhaal was echt saai. Ik begrijp niet dat jij een zeven hebt gekregen,' zegt Eva.
'Jij moet eens leren om niet steeds zo langdradig te praten. Iedereen vindt dat echt vervelend,' zegt Fleur.
'Jij kan beter altijd maar gewoon je mond houden!' zegt Jasmijn terwijl zij Eva aankijkt.
Maud probeert weg te lopen maar Eva houdt haar tegen.
'Kijk eens Maud, hier heb ik jouw verhaal.' Ze laat het verhaal van Maud zien, dat ze van haar tafel gepakt heeft.
'Hé, dat is mijn verhaal!' roept Maud.
'Kijk zo, dat doen we ermee,' zegt Eva terwijl ze de blaadjes van Maud stuk scheurt. Jasmijn en Fleur beginnen allebei te grinniken met een gemene lach op hun gezicht.
'Begin je nou te huilen?' vraagt Eva.
'Jij bent echt een zielig kind,' gaat Jasmijn verder.
Maud loopt hard weg. Ze gaat in een hoek zitten, ver weg van iedereen en zit daar stilletjes te huilen.

De jongens zijn onder elkaar enthousiast over hun nieuwe plannen voor hun hut aan het vertellen.
'Ik heb een goed idee voor ons fort. We gaan torens bouwen om het te versterken,' zegt Bram.
'Ja, laten we vanmiddag daarmee beginnen,' zegt Ruben.
'Ja, dat lijkt me leuk,' zegt Daniël.
'Wie zit daar alleen?' vraagt Lars.
'Waar dan?' vraagt Daniël.
'Daar in de hoek tegen de school. Volgens mij is dat Maud,' antwoordt Lars.
'Je hebt gelijk, ik ga wel even naar haar toe,' zegt Daniël.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

Robin

Geplaatst op

06-02-2019

Over dit verhaal

Een Missie

Geef uw waardering

Er is 2 keer gestemd.

Social Media

Tags

Pesten School Spanning Vriendschap

Reacties op ‘De Klas van Daniël H 18: Een Missie’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd