Korte verhalen

Zet ook uw verhalen op 1001KorteVerhalen.nl

Heeft u nog geen account? Meld u gratis aan!

Print dit gedicht

Mijn Vader

# Scene 1.
"Godverdomme! Dat rotjong! Ik zal hem leren!" schreeuwt mijn vader vanuit de woonkamer.
Nee, pa is weer dronken, en heeft het op mij voorzien. Wat heb ik verkeerd gedaan?
Vluchtig werp ik een blik op mijn moeder.
De lepel waarmee ze aan het koken is en de soep doorroert, kletterde op de grond.
Haar gezicht zie ik vertrekken en er verschijnen diepe zorgrimpels om haar mond.
Ze beantwoordt mijn blik en wuift me met haar hand weg.
Haast geluidloos zegt ze: "Vlucht! Zoek een schuilplek. Zorg dat hij je niet vinden kan."
Ma ziet dat ik er tegenin wil gaan en vervolgt snel: "Ik red me wel, ga nou maar!"
Waar kan ik me verstoppen! Onder mijn bed? In mijn klerenkast?
Nee, hij kent alle plaatsen in mijn kamer. In bad, achter het douchegordijn?
Ook daar zal hij me vinden. De kast in de gang, onder de trap?
Gestimuleerd door de adrenaline, draaien mijn hersenen op volle toeren.
Ja, Daar kijkt hij nooit. Ik heb me daar nog nooit verstopt.
Volgens mij weet hij niet eens dat die ruimte bestaat.
Is dat de beste optie? Een andere plek? Iets anders kan ik niet bedenken. De man kent al mijn plekjes. Zal hij me daar zoeken?
Volgens mij niet, het is de beste optie.
Snel maak ik me uit de voeten, weg uit de keuken, de gang in.
Vluchtende voor de agressie van mijn vader, schiet ik de gangkast in.
Luid dreunen zijn voetstappen door het hele huis, stappen als van een
stom dronken man.

# Scene 2.
Het is te merken dat hij ladderzat is, door het schuifelen en het steeds bijna
struikelen over zijn eigen voeten.
Zelfs in de ruimte waar ik nu verstopt zit, met de deur gesloten, lijkt het alsof
hij hier binnen aan het denderen is.
Stampvoetend hoor ik geloop, door de gang en langs de kast.
Pa komt heigend tot stilstand in de keuken.
De kastdeur zet ik open op een klein kiertje, zodat ik door de gang, de
keuken in kan kijken.
Het is als kijken naar een griezelige film, je houd je handen voor je ogen omdat het te eng is.
Ookal weet je dat je beter niet kan kijken, je gluurt toch tussen je vingers door.
Mijn vader staat vlak voor mijn moeder.
Luidkeels schreeuwt hij: "Mens! Hoe veel keer moet ik nog zeggen dat je
die snotneus aan de lijn moet houden?"
Hij grijpt een stapel borden van het aanrecht en smijt ze op de vloer.
Een ogenblik verstijft mijn moeder en kijkt ze naar haar voeten.
Dan laat ze zich nederig op de grond vallen en begint de scherven van de grond
op te ruimen, zo als het een goede huisvrouw betaamt.
Het werkt averechts: "Sta op! Ik probeer je wat duidelijk te maken, vrouw! Dat
joch is wéér in de woonkamer geweest en heeft aan mijn radio gezeten!"
Mijn vader heft zijn hand op en geeft mijn moeder een klap in haar gezicht; Klets!
Het geluid dat ik hoor, doet me in elkaar krimpen.
Een diep schuldgevoel overspoelt me; Dat geweld was voor mij bedoelt. Nu ik veilig
verstopt zit, krijgt mama alles over haar heen. Ik wilde dat ik niet zo laf was.
Dat gevoel groeit bij de tweede en derde klap die ma incasseert.
"Alsjeblieft Steven! Stop met slaan. Je doet me pijn!"
"Mooi! Hopelijk onthoud je dan een keer dat de woonkamer verboden
terrein is! Zowel voor jou als voor dat foutje van een zoon."
Klets! Wéér ontvangt mijn moeder een klap.
"Ik zweer dat het jong de hele dag bij mij is geweest!" jammert mijn
moeder met een beverige stem.
"Zeg je nou dat ik lieg, Luna?" schreeuwt pa dreigend: "Stop met dat gejank, ik
heb je amper aangeraakt! Als ik klaar ben met jou, zal ik dat jong te grazen nemen!"
"Nee, Steven! Alsjeblieft, laat het één keer gaan, hij is jarig vandaag.", smeekt mijn moeder snotterend.
"Dat komt mooi uit, ik wil dat hij het ook nooit meer vergeet!"
Mijn vader dendert, luid stampend, de keuken uit.
"Waar ben je snotneus!", hoor ik hem roepen vanuit de gang, nog geen meter van me vandaan.
"Ik heb een verjaardagscadeautje voor je!"
Langzaam hoor ik hem de trap op gaan, bij elke stap een harde dreun op het hout.

# Scene 3.
"Waar verstop je je, vuile rat!"
De trap waarop pa naar boven gaat, kraakt intens onder zijn gewicht.
Vroeg of laat zal hij me vinden en hoe later, des te bozer hij is.
Moet ik mezelf nu gewoon bij hem aangeven, zodat hij minder boos
is? Zal hij me dan minder slaan? Of blijf ik me hier verstoppen? Grote kans
dat hij dan alleen maar bozer wordt. Als hij me dan vindt weet ik niet hoe
intens het pak slaag zal zijn. In hoe verre ik zijn lijfstraf zal ondergaan.
Hij zal me vinden. Ik weet het zeker. Ontkomen aan de slaag, is onmogelijk; Althans, in het verleden is me dat nog niet gelukt.
Behoedzaam verlaat ik de trapkast en roep: "Hier ben ik pa, beneden in de gang!"
"De rat besluit uit zijn hol te komen.", Lacht pa sarcastisch.
Op dreigende toon vervolgt hij: "Je bent weer in de woonkamer geweest, waar
ik je verboden heb om te komen, is het niet?"
Elk woord dat hij uitsprak kwam langzaam en nadrukkelijk uit zijn mond.
Mijn vader stapt dreigend op me af.
Met iedere stap, balt hij zijn vuisten en ontspant ze daarna weer.
Hoe dichter mijn vader bij me komt, hoe meer ik naar beneden op hem neer kijk.
"Je hebt ook aan mijn radio gezeten. Dat kan ik namelijk zien. Dacht je dat
ik niet zou ontdekken dat de radio frequentie is verzet? Ben je dan echt zo
dom?"
De angst die in mijn keel klopt en die mijn maag doet omdraaien, heeft nu ook zijn
weg gevonden naar mijn evenwichtsorgaan; Mijn wereld draait om me heen en relativeren lukt niet meer.
"Pap, ik ben niet in de woonkamer geweest! Geloof me, die les heb ik al
lang geleden geleerd! Sla me alsjeblieft niet!", smeek ik hem.
De angst die ik van binnen voel, voor dat wat hij me aan gaat doen, overweldigd me bijna.
Duizelig zoek ik houvast aan de trapleuning.
"Je liegt!", schreeuwt pa, zijn gezicht kleurt fel rood: "Ik zal het er nog eens in rammen! Misschien blijft het deze keer hangen."
Nog voordat ik kan reageren, voel ik een scherpe, brandende pijn op mijn wang.
De kracht dat achter de klap zit doet me naar achter wankelen.
"Dit is je eigen schuld, snotneus! Je krijgt wat je verdient!"

# Scene 4.
De kans om weer stevig op mijn benen te gaan staan, krijg ik niet.
Een tweede klap weet te landen op mijn rechteroog; Meteen voel ik mijn oogkas opzwellen.
Dit keer sloeg hij niet met platte hand, de klap was een echte vuistslag.
Ineens ervaar ik een vreemd gevoel, een voor mij, geheel nieuwe sensatie.
Het verdrijft alle angst en paniek die in mijn hele lichaam zit.
Ervoor in de plaats, vult mijn lichaam zich met woede, strijdlust, wraakzucht en pure haat.
De rook in mijn hoofd trekt op en ik merk dat mijn gedachten weer helder zijn.
Mijn vader kijkt me kort, niet begrijpend aan, Hij deinst een klein stukje achteruit.
Mijn houding en uitstraling zijn compleet veranderd.
Op zo een manier, dat mijn vader even onzeker word, dit had hij nog nooit bij me gezien.
Al snel herstelt hij zich.
bijtend op zijn lip, en met opgeheven vuist, raast hij nogmaals op me af.
Het lukt me zijn klap te ontwijken.
Mijn heldere geest stelt me in staat om te beseffen dat ik twee koppen groter
ben dan hem.
Met mijn bijna twee meter, kom ik ver boven de man uit, al is hij zelf ook niet de kleinste.
Hij heeft dan wel gespierde armen, en joekels van handen door
het werk dat hij in de kolenmijnen doet, ook mijn magere armen en kleine handen
waren in staat een behoorlijke mep uit te delen.
Voor het eerst was ik me daar echt duidelijk bewust van.
Met een rustige, ijzige stem, spreek ik mijn vader aan: "Pap, ik waarschuw je. Ik laat me niet nog een keer door je slaan. Dit keer sla ik terug."
"Wie denk je wel niet dat je bent, snotneus? Denk je dat je tegen mij bijdehand kan zijn?
Dat zal je bezuren. Voortaan laat je dat wel uit je hoofd!", snauwt hij.
Zag ik het goed? Een twijfeling in zijn ogen?

# Scene 5.
Pa komt alweer op me af, opnieuw zijn vuist boven zijn hoofd geheven.
Voordat de vuist mij kan raken, haal ik zelf uit.
Mijn knokkels landen hard op zijn neus.
Wankelend struikelt mijn vader naar achter en beland op de vloer.
"Al die keren pa, dat je me pijn hebt gedaan! Je hebt mijn jeugd verpest! Elke dag ben ik bang geweest. Maar dat houd nu op!"
Mijn vader staat moeizaam op, uit zijn neus loopt een stroompje bloed.
Als een gestoorde barst hij in lachen uit: "Het was je eigen schuld, knul! Je riep het over jezelf af. Als je vanaf het begin had geluisterd en had gehoorzaamt, je les had geleerd dan had ik je gewoon met rust gelaten. Maar je bleef en blijft doen wat
ik je verboden hebt. En egoïstisch dat je bent, trek je je moeder daar in mee. Alle keren dat ik je moeder heb gecorrigeerd, was het omdat jij de regels overtrad. "
De geamuseerde blik die van mijn vaders gezicht is te lezen, doet me van binnen koken.
Mijn vader vervolgt: "Als je zo bang voor me bent zou je wel uit de kamer blijven.
Al die keren dat je de woonkamer in bent geweest, je bent nog lang niet bang genoeg. Daarbij; Kinderen horen bang te zijn voor hun vader, anders krijg je geen respect."
"Denk je dat pap? Denk je dat ik nu respect voor je heb? Ik heb geen respect voor jou, ik haat je! Vanaf het eerste moment dat ik kan herinneren, heb ik geleerd om uit die kamer te blijven.
Maar jij bent achterdochtig, je ziet dingen die er niet zijn.
Je vergeet dat je zelf met je dronken kop aan de radio zit. De volgende dag geef je mij de schuld. Zo gaat het al jaren!"
Ijzig kalm, doe ik een aantal stappen naar de dronkenlap toe, opnieuw verschijnt er een twijfeling in zijn ogen.
"Je bent een net zo grote leugenaar als je moeder!", schreeuwt pa met een schelle stem.
Pa springt op me af, ik ontwijk zijn klappen met gemak en deel zelf twee snelle klappen uit; Beiden komen terecht op zijn slaap.
Mijn vader zakt op de vloer in elkaar en blijft roerloos liggen.
Hijgend blijf ik staan en kijk op hem neer, mijn woede voel ik wegzakken.
Achter me hoor ik zacht gesnik, ik draai me om en zie mijn moeder in de deuropening van de keuken staan.
Snel ga ik naar haar toe en omhels haar troostend.
"Mam, ga met me mee, weg van hier. Laat die man niet langer meer je leven verpesten en je pijn doen. We regelen wel iets. Ik zoek een baan en zorg voor ons beiden."

# Scene 6.
Bijna smekend vraag ik ma: "Alsjeblieft mama, ga met me mee. Verlaat dit
huis van geweld en verdriet."
Diep kijk ik in haar ogen, ik zie enkel verdriet.
"Sorry zoon. Ik kan je vader zo niet achterlaten. Hij zal het nooit
redden zonder mij."
"Wat maakt dat uit? Laat hem stikken. Hoe kun je nog van die man houden, mam? Al die jaren dat hij jou heeft geslagen, gekleineerd, uitgescholden en pijn heeft gedaan? Die vreselijke man verdient jou niet. En al helemaal jouw liefde niet."
Mijn moeder zucht diep: "Hij is niet altijd zo geweest, weet je. Je vader was
een lieve man, knap en netjes, beschaafd. Het komt door die rot oorlog die hij heeft meegemaakt. Het heeft hem compleet veranderd. Hij heeft geen familie meer en al zijn vrienden zijn in de oorlog gestorven. Op jou en mij na, heeft hij niemand. Als ik hem verlaat dan valt hij in de afgrond. Ik kan hem niet achterlaten zoon."
"Kan ik je op geen enkele manier overhalen mam?", vraag ik zacht.
Een traan glijdt langzaam over haar wang.
"Ik begrijp dat je niet anders kan dan gaan, Duncan. Ik kan je vader niet verlaten. Ergens in hem zit nog de man op wie ik verliefd ben geworden en waar ik van houd. Ik wil hier blijven om voor je vader te zorgen. Til je vader maar naar bed, dan maak ik een pakketje voor je."
Mijn vader til ik naar de slaapkamer en leg hem op bed.
Jij vreselijke man. Als je is wist hoeveel ik jou haat. En alsnog heb ik een
stukje in mijn hart dat van jou houd. Nooit heb je aan mij laten merken dat
jij ook, ergens, van mij houd. Volgens mij ben ik in jou ogen echt een foutje. Het enige dat is blijven hangen, zijn alle lijfstraffen
die ik van jou heb gekregen.
"Hopelijk besef je ooit hoeveel geluk je hebt met ma. Alles wat je haar ook hebt aangedaan en aandoet, ze blijft onvoorwaardelijk aan je zijde."
Nooit zal ik worden zoals jij pa!
In de keuken staat ma op me te wachten, bij haar voeten staat een grote,
goed gevulde, weekendtas.
Ze geeft me een envelop met daarin een paar briefjes van honderd: "Hier
moet je het wel even mee redden."
Bij de keukendeur naar buiten geef ik mijn moeder een stevige knuffel.
"Ik hou van je mam."
"O lieve zoon, ik hou ook van jou, meer dan van ieder ander.", zegt ma.
Ze houdt de deur voor me open, zo loop ik de vrije wereld in.

# Scene 7.

Toevoegen aan favorieten

Ingezonden door

MiniMe

Geplaatst op

12-06-2019

Over dit verhaal

Het begin van een kort verhaal: hoofdstuk 1 - Mijn Vader

Geef uw waardering

Er is 4 keer gestemd.

Social Media

Tags

Geweld Mishandeling Pijn Ruzie Vader Verhaal

Reacties op ‘Mijn Vader’

Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit verhaal, een reactie plaatsen kan hieronder!

Reageren

We gebruiken uw gegevens alleen om te reageren op uw bericht. Meer info leest u in onze Privacy & Cookie Policy.

Wilt u direct kunnen reageren zonder elke keer naam en e-mailadres in te voeren? Meld u hier aan voor een account!



Merknamen en domeinnamen eigendom van Internet Ventures Ltd - website via licentie in beheer door Volo Media Ltd