waar ben ik veilig? 3

Mijn broer is een vampier, die is dat geworden omdat iemand hem gebeten heeft. Als die vampier op een dag langs komt, staart ze me aan. Wat is er? Vraag ik. Is er iets raars? Ja, antwoord ze. Je moet hier weg, snel! Maar wat is er dan? Vraag ik. Dat leg ik je later uit.
Ik had nooit verwacht dat ik weer weg moest. Ik had ook wel verwacht dat ik weer niet veilig was, maar dat mijn ouders weer niet mijn echte ouders waren kan ik nog steeds niet goed geloven. Die vampier die mijn broer heeft gebeten heet Roos. Eigenlijk heeft ze hem niet gebeten. Hij was al een vampier. Die tweelingzus van mij was nep. Hartbeak was wel al mijn broer. Toen we buiten waren stelde Roos me voor aan Anna en vertelde haar verhaal over hoe ze hier kwam.

wordt vervolgd...