Nu klim ik al enige tijd, maar aangezien ik in een land woon waarin de Utrechtse heuvelrug zo ongeveer de meest indrukwekkende ‘berg’ is die we hebben, heb ik weinig meer van grote hoogtes gezien dan de overdekte klimhallen in de grote steden. Daar kwam afgelopen jaar verandering in. Bij vrienden van mij begon het te kriebelen om met de auto weer eens de echte bergen in te trekken. Zij vroegen mij of ik ook mee wilde. Ik had nog helemaal geen ervaring met klimmen ‘in het echt’ en ik vond het enorm spannend, maar binnen één tel had ik al ‘ja’ uitgekraamd. Daar heb ik later nog een paar keer spijt van gehad.
De bestemming van onze klimvakantie met de auto
In eerste instantie dachten wij aan Fontainebleau, maar al gauw werd er besloten dat die paar grote rotsblokken in Île-de-France nauwelijks hoog genoeg waren om ons verlangen naar wijde vergezichten en uitputtende verticale trektochten te bevredigen. En dus was de keuze al gauw gevallen: de Frankenjura in Zuidoost Duitsland. Zo gezegd zo gedaan. Wij pakten onze klimspullen in, huurden een busje, sloten een goedkope autoverzekering af en wij gingen de weg op.
Aankomst met de auto in de Frankenjura
Wie de Frankenjura binnen rijdt ziet al gauw prachtige rotsformaties die als reusachtige naalden in de hemel priemen. Moesten we dát echt gaan beklimmen? Was dat niet reuze gevaarlijk?
Terwijl ik al zweterige handen begon te krijgen bij de gedachte die natuurlijke torens te beklimmen, kwam ik er tot overmaat van ramp al gauw achter dat ik niet zo heel veel had aan mijn ervaringen op de klimmuren in Nederland. Natuurlijk, ik kon wat knopen leggen, had leren zekeren en ik wist hoe je een klimharnas aantrok. Maar er zijn verschillende vormen van rotsklimmen.
Ik was tot nu toe alleen nog maar gaan ‘topropen’. Dat is een vorm van klimmen waarbij het touw aan de bovenkant vast zit – een relatief veilige vorm van klimmen. Maar wij zouden op deze tocht het zogenaamde traditioneel klimmen gaan beoefenen.
Dit is een vorm van rotsklimmen waarbij er nog helemaal geen touw boven je hangt. Daarentegen bevestig je terwijl je klimt de hele tijd je touw aan ankers in de muur. En als die ankers er nog niet zijn, plaats je die zelf. Zonder dat ik hier uitleg wat traditioneel klimmen precies is, komt het erop neer dat je bij traditioneel klimmen gemiddeld twee keer zo ver naar beneden valt voordat je opgevangen wordt door het touw – als je die tenminste goed hebt vastgemaakt.
Hoe het verschrikkelijk mis ging
Ik heb niet kunnen voorzien op wat voor een vreselijke manier mijn klimvakantie zou eindigen. Ik zag het niet aankomen toen ik mijn eerste meters op de muur had gemaakt. Ik zag het ook niet aankomen toen ik op 25 meter hoogte mijn grip verloor en er achter kwam, terwijl ik aan één hand aan het bungelen was, dat ik het vorige anker niet had gezien. Nee, ik kwam er pas achter toen er geen weg meer terug was.
Diesel in de benzine tank
Het was op de terugweg dat wij argeloos bij een tankstation de auto vol met diesel gooiden en lekker doorgingen met de laatste fase van onze roadtrip. Het duurde echter niet lang voor wij de zwarte rook zagen. ‘Brand’! Gilde plotsklaps één van mijn metgezellen. En zo leerde ik dat je nooit diesel in een benzinetank moet gooien. De cylinder kan breken, je krijgt onvolledige verbranding en, zoals in ons geval, kan er zelfs brand ontstaan doordat er onverbrande diesel in het uitlaatsysteem terechtkomt en de katalysator verbrandt. Niet dat ik veel kennis heb van auto’s, maar dat wist de reparateur mij te vertellen.
En de rekening? Ach, daar hoefden wij ons niet echt om te bekommeren. Als ik eraan terugdenk, lijkt die goedkope autoverzekering ineens eens te meer goedkoop als ik denk aan de schade die het heeft gedekt. Wij hadden alleen te maken met een licht schuldgevoel, en het besef dat wij niet zo snugger waren als wij misschien dachten. Gelukkig uitte onze domheid zich niet op 50 meter hoogte, maar pas toen wij besloten een benzine tank met diesel te vullen.