Amneris

Lang geleden, rond 800 voor Christus, leefde er een meisje van 16 jaar. Het was de tijd van de Grieken, die vonden dat vrouwen nergens goed voor waren.
Amneris, want zo heette ze, was het daar alles behalve mee eens. Vrouwen
waren net zo goed als mannen, misschien nog wel béter, zei ze altijd stellig.
Haar vader was een van de grootste Grieken aller tijden. Hij heette Pericles.
Pericles was de veroveraar van vele steden en Amneris had dan ook veel respect voor haar vader.

Op een avond, toen Amneris en Pericles een offer brachten aan Zeus, zei
Pericles: 'We houden de jaarlijkse paardenrennen dit keer in Rhodos, hier
vlakbij. Ik ga mee doen, samen met nog een paar andere mannen.'
'Enne...', vroeg Amneris zogenaamd nonchalant, 'Hoe oud moet je minimaal zijn
om daaraan mee te mogen doen?'
'15', zei Pericles. 'Hoezo?'
Amneris aarzelde een moment, en vroeg toen aan haar vader: 'Zou ... zou ik
dan mee mogen doen?'
Even scheen Pericles verbijsterd, en toen riep hij ferm:'Jij? Ben je geschift of zo? Je bent veel te jong! En trouwens', zei haar vader kwaad, 'Vrouwen mogen niet eens meedoen.'
'Dat is zo oneerlijk', riep Amneris uit. 'Alleen omdat ik een meisje ben mag ik
niet meedoen? Wat is dat laf, zeg!' En woedend stampte ze naar haar kamer.

Toen ze diezelfde avond in bed lag, was ze boos. Boos op haar vader, boos op
iedereen die zei dat vrouwen nergens goed voor waren. En toen, op dat moment, bedacht ze een plan. Zo gek, dat het misschien, héél misschien, wel zo kunnen werken...

'Dames en heren, heel hartelijk welkom op de grote paardenrennen van dit
jaar!', schalde een stem in de ring. 'Natuurlijk hebben we weer een groot aantal
ruiters, waaronder Arsenius, de kampioen van maar liefst zeven winsten achter
elkaar! Wie zal er dit jaar winnen, beste mensen? We zullen het straks weten!'
Pericles keek in het rond. Hij zag verschillende mannen hun paarden borstelen
en te eten geven. Hij was al lang klaar met zijn paard. Hij had nog even rust
voordat de race begon. Hij liep naar de lijst van alle deelnemers. Het waren er
negen, inclusief zichzelf. Arsenius, Aristos, Leander, Pericles, Kyrillos, Nestor, Orfeus, Prometheus en Amneros. Hij kende ze bijna allemaal. Alleen Leander, een beginner, en Amneros kende hij niet. Al kwam Amneros hem om
de een of andere reden wel bekend voor...

Pericles zag, iets verderop, een groot aantal mannen bij elkaar staan. Hij kwam erbij staan.
'Leander? Dat is nog maar een guppy, die haalt de eerste ronde niet eens!', lachte een van hen. Blijkbaar stond Leander er niet bij.
'Nou, als je wint van Arsenius kun je het wel schudden. Hij houdt niet van verliezen', zei een ander. Plots keken alle mannen op. Pericles ook. Applaus. De paardenrennen begonnen.
Iedereen moest klaar gaan staan bij zijn paard. Als je je naam hoorde, moest je een rondje lopen door de ring. Dan kon je bij de finish gaan staan.
'En dan, de held van Andros, groot leider van veroveringen, Pericles!', riep de commentator.
Pericles stapte een rondje langs en ging, naast Arsenius staan. 'Zo Pericles. Klaar om ingemaakt te worden?', zei Arsenius tegen Pericles, gemeen grijnzend. Pericles negeerde hem. Hij vond hem maar een blaaskaak.
Naast Pericles kwam een jonge ruiter, waarschijnlijk Amneros, staan. Hij had een zwarte volbloed en een zilveren helm. Zijn lijf was gehuld in een simpele katoenen broek met een wit, linnen hemd eroverheen. Hij was erg jong. Waarschijnlijk achttien of zoiets, dacht Pericles. Zijn kleren kwamen hem vaag bekend voor.
Amneros keek hem even aan, en wéér had Pericles het gevoel alsof hij hem kende. Focus je op de race, dacht hij. Hij ging in het karretje staan en boog voorover. Hij wachtte gespannen op het schot van de grensman. Die stond bij de finish om te kijken wie er als eerst overheen kwam.
Ze moesten tien rondes. Pericles wachtte gespannen af.

'BAM!'
Daar klonk het schot van de grensman. Meteen rukte Amneris aan de teugels en haar zwarte volbloed stoof ervandoor. Ze boog diep voorover om nog harder te gaan. Haar karretje schudde van het zand en de stenen in de ring. Ze ging harder en harder. Om haar heen ontstonden bruingele stofwolken van al het gedraaf van de paarden. Ze kneep haar ogen tot spleetjes en zag dat ze ongeveer vijfde stond. Voor haar lagen als eerste Arsenius, dan Nestor en Pericles en toen Leander.
Amneris gniffelde. De mannen die over Leander praatten voor de race, staan nu met hun mond vol tanden. Leander staat vierde!
Toen ze zag dat Leander even werd afgeleid door een grote steen op de weg, gaf ze haar paard de sporen. Haar paard stoof Leander voorbij. Ze stond nu vierde...

De avond nadat ze ruzie kreeg met haar vader over de paardenrennen, had ze een plan bedacht. Ze pakte de volgende morgen, heel vroeg, uit haar broers kast een paar jongenskleren waarbij haar vrouwelijke lichaam bijna niet te zien was. Die had ze aangetrokken toen ze zich inschreef voor de race. Niemand had het verschil gezien!
Toen ze aankwam bij de race, was ze stikzenuwachtig. Niet zozeer voor de race, maar voor Pericles. Zou hij haar herkennen? Hij keek haar, bij de finishlijn, wel even raar aan. Ze hoopte maar dat hij er niet verder over na zou denken.
Ze reed nu bijna naast Pericles. Één ogenblik keken ze elkaar aan. Zijn ogen leken te zeggen: "Kom maar op!" Plots reed Pericles over een diepe kuil heen, waardoor hij de controle héél even verloor. Dat was haar kans. Ze greep de teugels en galoppeerde hem met een enorme vaart voorbij. In dit soort races is het van groot belang dat je nooit de controle verliest. Anders ben je de pineut.
Ze zat Nestor nu op de hielen. Hij keek even achterom en er stond een blik van triomf in zijn ogen. Ze reed nu links van Nestor. Dat was een gelukje, want nu had ze de binnenbocht. Nu was het niet moeilijk Nestor voorbij te rijden. En dat deed ze dan ook.

Ze stond nu tweede. Arsenius reed voor haar. Nog één ronde en dan is de race afgelopen. Ze moest nu laten zien wat ze kon. Want... als ze niet zou winnen, zou ze haar vader niet kunnen bewijzen dat vrouwen ook mannendingen konden doen.
Het paard van Arsenius stapte op een steen en gleed uit. Niet heftig, Arsenius ging maar een fractie van een seconde iets langzamer. Hij herstelde zich snel, maar Amneris greep haar kans sneller. Ze sprintte met haar paard , in de binnenbocht, Arsenius' paard voorbij. Nu lag ze ongeveer twintig centimeter voor op Arsenius. Arsenius was kwaad. Hoe kon een jonkie nou hém, de grote Arsenius, voorbijrijden?
Nu werd het moeilijk. De laatste ronde begon en alle paarden zetten de eindsprint in. Het ging om haar eer. Ze móést en zóú winnen.
Ze rukte aan de teugels. 'Harder, stom paard! Laat eens zien wat je in huis hebt!'
Arsenius raakte een beetje achter. Ze keken elkaar even aan. Amneris dacht dat ze paniek zou zien, maar nee, hij leek volkomen kalm, er zat een blik van geheimzinnigheid in zijn ogen.
Plots, uit het niets, sprintte Arsenius' paard voorbij. Amneris aarzelde geen moment en stoof achter hem aan. De eindstreep kwam in zicht. Het is nu of nooit, dacht Amneris. Ze rukte aan de teugels en sloeg met haar zweep
op de flanken van het paard. Tot nu toe had ze hem nog niet gebruikt. De zwarte volbloed voor haar karretje reed nu met maximale snelheid achter Arsenius aan. Plots ging Arsenius langzamer. Ze wist niet waarom, maar ze maakte er dankbaar gebruik van.
De toeschouwers op de tribune hielden hun adem in.
Ze sloeg een laatste keer met haar zweep tegen het paard aan, en toen reden Arsenius en zij, bijna tegelijk over de finishlijn. Ze had niet gezien of ze eerste was geworden. Arsenius ook niet. Het was wachten op het oordeel van de grensman.

Toen Pericles over de finishlijn reed, reed hij langzaam verder, en maakte hij een rondje.
Alle ruiters, ook hij, zetten hun helm af. Alleen Amneros hield hem op.

Hij ging samen met de andere ruiters in een lange rij staan. De eerste in het midden, een stap naar voren. Hij had niet gezien wie er eerste werd.
Plots zag hij, dat niet alleen Arsenius in het midden vooraan stond, ook Amneros! Hij juichte in zichzelf. Hij hoopte dat Arsenius deze race eens niét zou winnen. Hij bad in stilte tot Ares, de god van oorlog en krijgskunst, dat Amneros moest winnen. Daar was de grenswachter al. Hij maakte het wel spannend. Hij liep tergend langzaam naar het midden toe. Hij had een papiertje in zijn hand met daarop geschreven: De Uitslag.
'Eerste plaats', zei hij. Even dacht Pericles te zien dat hij knipoogde naar Amneros.
'Eerste plaats... Amneros!', riep hij luid.
Het publiek ging uit zijn dak.
Arsenius was verbijsterd.
Amneros stak zijn handen in de lucht voor een toespraak. De toeschouwers zwegen weer.
Pericles ook. Hij was benieuwd naar wat Amneros te zeggen had. Maar... in plaats van naar de grenswachter toe te lopen en zijn toespraak te houden, stapte hij met een mysterieuze blik in zijn ogen naar het midden. Hij keek alle ruiters één voor één aan, en toen wierp hij een blik in het publiek.
Hij pakte de rand van zijn helm en deed langzaam zijn helm af.
Pericles' mond viel open.
Daar stond Amneris. Haar lange haar wapperde in de wind. Triomfantelijk keek ze Pericles aan.
'Ja, dames en heren, ook vrouwen kunnen racen. Ik hoop dat jullie nu inzien dat vrouwen ook nuttig zijn.' En met die woorden stapte ze de ring uit.

© Copyright Nena Diosa del Aqua

Ingezonden door

Nena Diosa del Aqua

Geplaatst op

22-10-2012

Over dit verhaal

Dit verhaal heb ik geschreven voor mezelf. Puur omdat ik het in mijn hoofd had zitten, en het móést eruit!

Tags

Emancipatie Familierelatie Geschiedenis Grieken Jongvolwassene Paardenrennen