KOFFIETJE

In het winkelcentrum kom ik mijn nieuwe buurvrouw tegen. Een jaar of drieëntwintig schat ik haar.
'Dag buurman,' zegt ze. Ik kan niet lang praten hoor want ik ga een koffietje doen bij mijn vriendin.'

Koffietje.....

Als ik ergens een hekel heb is het aan woorden als koffietje. Of andere verkleinwoorden. Omeletje gegeten... Theetje gedronken....biertje besteld... poepje gedaan.... autootje gekocht.....huisje schoon gemaakt.
Ze ratelt door. In drie zinnen heeft ze al zes keer, zeg maar gebruikt en twee keer, een soort van..

Daar krijg ik jeuk van. Na zestien zeg maar's en vierentwintig een soort van's komen we eindelijk op de kern van het gesprek: "ik besef me."
De jeuk is niet meer te harden. "Het is ik besef," corrigeer ik haar midden in haar monoloog over de voor- en nadelen van wokken op een inductie kookplaat.
Ze kijkt verschrikt. Ogen iets wijder. "Wablief?"
"Het is ik besef en niet ik besef me," herhaal ik.
"Dat is toch een soort van hetzelfde, zeg maar?," stamelt ze
Haar wereldbeeld stort in elkaar.

"Dat is het niet," zeg ik en ik begin haar omstandig uit te leggen dat het werkwoord beseffen niet-wederkerend, is zoals dat heet.
"Wél wederkerend is bijvoorbeeld verhangen, leg ik behulpzaam uit. "Dat gebruik je zo: zij verhangt zich, hij verhangt zich enz.."

Ze doet een stapje achteruit en loopt snel weg: "Nou doeg doeg, buurman" en weg is ze.

Doeg doeg..….

Die jeuk..

© Copyright Painter

Ingezonden door

Painter

Geplaatst op

04-06-2020

Tags

Doen Het Hoor Winkelcentrum