GELIKTE KANARIES

Samen met mijn goede vriend Wiebe, die semi autistisch schijnt te zijn, loop ik de supermarkt binnen. ‘Dag meneer, Wiebe,’zegt een man in het voorbijgaan.
Wiebe houdt in en kijkt de man aan: “Moet ik u kennen?”
Arrogant uiteraard. Zoals altijd. Volgens hem vanwege een traumatische belevenis in zijn jeugd. Dat arrogante, bedoel ik.

‘Nou, zegt de man breed lachend, “ik ken u van Facebook. Wij zijn al vijf jaar vrienden daar.”
Wiebe knijpt zijn ogen een beetje dicht , maar dan de gluiperige variant van dat dichtknijpen. Alsof hij in het felle licht van een berg lichtgevende stront kijkt. “Ach…nu zie ik het,” zegt Wiebe. “U bent die vent toch van die paarse kanaries. Die doodgingen toen ze, par accident, in een gehaktmolen terecht kwamen? Of was het een sorteermachine? Nou daar wil ik dan van af wezen, amice.”

De man is sprakeloos. Kijkt Wiebe met opengesperde ogen aan : “Ik heb helemaal geen kanaries. Ik spaar sigarenbandjes en u likt mij elke keer als ik een nieuw sigarenbandje op mijn tijdlijn zet.”
Nu springen Wiebe’s ogen volledig in de volle aanwezigheid modus. “Likken??? Ik????? U????? U bent een ranzig viespeukje, amice.”

“Nietwaar,” zegt de man verontwaardigt. “U geeft mij altijd een duimpje als ik een nieuw sigarenbandje heb.” Hij begint bijna te huilen.
Voor het nog erger wordt, kom ik tussenbeide. “u bedoelt waarschijnlijk “liken”, leg ik uit. U zegt, “likken.”
“Een duimpje???,’schreeuwt Wiebe er tussendoor. ‘Als je niet snel opsodemietert steek ik mijn duim in je reet, gore darmtoerist!!”

Er komt nu een soort van bedrijfslIJder op het tumult af. “kom kom heren, u bent allen van middelbare leeftijd, kan het even wat minder vulgair?”
Wiebe kijkt hem aan: “Eh..sorry dat ik wat lastig ben maar je lijkt zo erg op mijn overleden zoon.”
Bedrijfslijer zwijgt. En lijdt.
“Ik weet dat het gek ik, maar zou u straks, als ik de winkel verlaat, dag Paps tegen wij willen zeggen?? Je zou mij zo gelukkig maken.”

Ik heb die dag twee bossen bloemen en een excuus namens Wiebe gestuurd naar de Kanarieman en de bedrijfslijer. Maar niet nadat Wiebe op de zuivelboulevard een doos met veertig eieren door de winkel smeet. Omdat ze in een plastic doos zaten.

Dat laatste snap ik. Dat eerste minder, maar je accepteert het. Wat moet je anders..

© Copyright Painter

Ingezonden door

Painter

Geplaatst op

13-12-2019

Tags

Goede Met Mijn Samen Vriend Wiebe