grijs

Ik woon in een dorpje. Overal zijn kleuren, maar het kasteel boven op de berg is helemaal grijs. Iedereen denkt dat er niemand woont, maar ik weet wel beter.
Wij zijn weerwolven. Ik heet Moonlicht en ben 13 jaar. Mijn vrienden noemen mij Moon, omdat ze Moonlicht een lange naam vinden. Iedereen heeft een Mate in zijn eigen roedel, alleen heb ik hem nog niet gevonden. Nou, ja. Ik heb hem nog maar een keer ontmoet. Ik was toen als wolf in het bos. Hij was een zwarte wolf en ik een witte. Ik was meteen verliefd. Ik veranderde terug, maar hij niet. Sindsdien heb ik hem niet meer gezien. Ik denk dat het die gene is die in het kasteel woont. Ze zeggen dat hij kil en gevoelloos is. Ik denk dat ze dat zelf verzinnen. Ik hoop alleen dat ik hem ga ontmoeten. Ik wil hem zien. Ik wil weten of het waar is. Ik loop naar de berg, maar voor ik er ben wordt ik vastgehouden en meegetrokken. Ik wil kijken wie mijn belager is, maar wordt met iets op mijn hoofd geslagen en word alles zwart.

Ik knipper met mijn ogen. Ik kijk om me heen. Ik ben in een grijze kamer. Alles is er grijs. "Ze is wakker." Hoor ik iemand zegen. Er komt een jongen naar me toe gelopen. Mijn innerlijke wolf weet dat het mijn mate is. Ik zie ook dat hij daar achter komt. Hij maakt me snel los en vraagt aan mij of het gaat. Daar antwoord ik op dat het gaat. "Wie ben je?" Vraag hij. "Lisa" Antwoord ik. "Wie ben jij?" "Ik ben Jake." Zegt hij. Hij lijkt aardig. Zijn gezicht straalt geen emotie uit, maar ik weet dat er een emotie zit. Hij staart naar me. Ik kijk naar de grond. Ik zie dat de vloer onder mij voeten een kleur heeft en onder zijn voeten niet. Hij kijkt ook. "Kom." Zegt hij. "Ik moet je wat vertellen." We liepen door de gangen alles was grijs. Ik raakte een muur aan. Meteen kleurde de muur licht groen. Ik keek verbaast. We liepen verder. Bij een grijze deur stonden we stil. Voor we naar binnen gingen keek ik achterom. Achter me, waar ik gelopen had, lag er een gekleurd pad wat afstak tegen het grijs van de rest. We liepen naar binnen en ik ging zitten in een stoel die eerst grijs was, maar toen ik er in zat werd hij helemaal bruin. "Lisa ik moet je wat vertellen." Begon Jake. "wij zijn bijzonder. Mijn hart is koud en van steen. Jouw hart is gekleurd en vrolijk. Ik maak alles grijs en jij geeft alles weer zijn kleur. Wij zijn mate’s en jij kan mij helpen weer kleur te krijgen. Jouw liefde kan mijn hart verwarmen en kleuren."

Ik lig op bed. Ik lig na te denken aan wat Jake zei. Het lijkt zo onmogelijk, maar ik wil hem wel helpen. Jake komt mijn kamer binnen gelopen. Ik kijk op. Hij komt naar mij toe gelopen. Hij kijkt emotieloos, maar ik weet dat hij verliefd op mij is. Ik ook op hem. Hij is erg knap. Hij heeft zwart haar, grijze ogen en lijkt zo perfect. Hij gaat naast me op bed zitten, neemt mijn hand in de zijne. Er schieten allemaal tintelingen door mij heen. Ik zie aan hem dat hij het ook voelt. Hij gaat met zijn hoofd naar de mijne en ik voel zachte lippen op de mijne. Zijn ogen kleuren bruin. De eerste kleur aan hem. Ik kijk hem verliefd aan. Zijn ogen kijken verliefd terug. De rest van zijn gezicht is nog emotieloos, maar ik denk dat de kleur dat weg haalt. We zoenen. Hij vraagt toestemming. Eerst twijfel ik, maar dan geef ik het hem. Hij staat op en gaat weg. Ik ben verbaast. Het is raar eerst komt hij en dan gaat hij opeens weg.

Ik ga hem zoeken. Ik loop door de gangen en raak van alles aan. Het kleurt allemaal zo mooi. Ik stop bij een deur. Ik weet dat hij daar is. Ik doe de deur open en loop naar binnen. Hij kijkt me aan. Hij kijkt zo verliefd. Zijn blik is vol van emotie die hij niet kan uitten. Ik loop naar hem toe. Ga naast hem staan en druk mijn lippen op de zijne. Het voelt zo fantastisch. Ik kijk hem aan. Zijn ogen staan verdrietig. Ik voel zijn emotie door mijn lichaam stromen waardoor ik begin te huilen. "Wat is er?" Vraagt hij. "Dit is jouw emotie op dit moment." Antwoord ik. Hij kust me weer. Het is als een soort troost voor me. Hij doet zo aardig ook al zie je daar van de buitenkant niks van. Er komt nu nog wat kleur op zijn gezicht. Zijn lichaam is weer gekleurd. Zijn hart is alleen nog van steen. Hij kijkt om zich heen en raakt iets aan. Er komt een vaag tintje op. Hij kijkt verrast en lacht. Het is het mooiste geluid wat ik ooit heb gehoord. Wij kunnen er samen aan werken dat alles gekleurd wordt. Ik vertrouw in hem. Ik wil hem helpen. Ik weet het antwoord: Liefde.
Ik help hem nu al een tijdje en het lukt. Zijn hart is weer normaal. We leven nu samen in het gekleurde kasteel op de berg. We lopen naar buiten, naar het bos. We veranderen in onze wolven vorm. Mijn witte en zijn zwarte. We zijn gelukkig samen. Wij hebben elkaar geholpen. Wij kregen onmogelijke voor elkaar.

© Copyright biancanicole

Ingezonden door

biancanicole

Geplaatst op

30-05-2017

Over dit verhaal

Lisa is een weerwolf.

Tags

Weerwolf