Lethe

Al jaren, eeuwen ving het meisje verspilde woorden. Aanvankelijk had ze de geluiden alleen uit de ether gegrepen, als ze net door een toevallig strottenhoofd heen naar buiten waren geperst. Maar al snel ging ze zelf op zoek. Ze propte ze in een voor de hand liggende betekenis, vouwde ze op en stopte ze in archiefmappen, die ze vervolgens in haar aktetas bewaarde. Elke archiefmap had ze een thema meegegeven, met een titel die op zichzelf al verspild was. De mooiste map vond zij die van alle woorden die met het thema Liefde te maken hadden. In die map, die overigens de dikste van haar archief was, had ze woorden zoals 'altijd' en 'eeuwig' snel weggemoffeld. In enkele gevallen konden ook woorden zoals 'hart' en 'pijn' worden weggeschreven onder De Liefde. Maar de allermooiste woorden was ze kwijtgeraakt. Ze waren vannacht in een onbewaakt moment ontsnapt.

De Liefde, vond Lethe, is een belangrijk, maar ook verraderlijk thema. Daarom onderwierp ze alle verspilde woorden die met Liefde te maken zouden kunnen hebben aan diepgaande onderzoeken. Gisteravond had ze de inhoud van De Liefde omgekeerd boven een bad vol heet en zout water. De woorden die zouden vervagen of zelfs oplossen, dacht ze, moesten wel verspild zijn. De watertest was de laatste test. Alle woorden die deze test zouden doorstaan, zouden zeker niet verspild zijn; echte Liefde. Er waren maar zeven woorden overgebleven uit die hele dikke archiefmap. Ze had de papiertjes waarop ze stonden voorzichtig met duim en wijsvinger uit het bad gevist en met een wasknijper aan een droogrek in de voorkamer gehangen. Ze had het raam open gezet, zodat ze de volgende ochtend droog zouden zijn. Want dan zou ze met haar aktetas met waarachtige woorden naar De Voorzitter gaan.

Vannacht, toen ze sliep, was er een flinke wind opgestoken. Twee van de zeven waarachtige woorden over De Liefde waren door het open raam naar buiten gewaaid. Alsof er een diepere symbolische betekenis achter schuilging, waren de papiertjes gescheurd waar ze tussen de vingers van de wasknijpers geklemd hadden gezeten. Lethe had de woorden gelezen die er nog hingen: Moeder. Vader. Dochter. Zoon. Naaste. Ze had de woorden van het droogrek gerukt en los in haar aktetas gesmeten.

Daarom zat ze nu hier te huilen, in de stromende regen op het bankje in het Park. De Voorzitter kwam geluidloos op het bankje zitten. De aktetas tussen hen in. Lethe veegde met de mouw van haar jas haar tranen en de regen weg en keek De Voorzitter aan. "Er zijn vijf waarachtige woorden over De Liefde", loog ze. Ze viste het propje met vijf papiertjes uit haar aktetas en overhandigde ze aan De Voorzitter en keek weer naar haar knieën. "Dank je, Lethe," zei De Voorzitter, "je hebt onmisbaar werk verricht voor de totstandkoming van De Statuten". Haar baas stond op om weg te gaan. Het meisje richtte haar blik niet op, maar keek uit haar ooghoeken naar de zak in de regenjas van De Voorzitter. Haar blik bevestigde wat ze al vermoedde. Tegen het doorzichtige plastic waren twee doorweekte, gescheurde briefjes geplakt. Gratie. Spijt.

© Copyright Bartholomeus

Ingezonden door

Bartholomeus

Geplaatst op

25-06-2016

Tags

Liefde Maatschappij Symboliek