Het verlaten eiland.

Geschreven door: Bobbie en Elise


Het was vakantie en bloedheet. Heel vroeg in de ochtend waren Gees en Jafar al naar hun strandje bij het meer gevaren, een plekje dat zij gevonden hadden en waar niemand van wist. Ze hadden er een boomhut gebouwd waar ze de schatten bewaarden die ze uit het water hadden opgevist. Maar vandaag hadden ze niks anders gedaan dan in het water liggen. Te warm.

Laat in de middag werd Jafar wakker uit een diepe slaap. Even wist hij niet waar hij was. Hij schoot overeind. Tot zijn verbazing was de zon weg. Het leek wel alsof iemand het licht had uitgedaan, zo donker was het opeens. Jafar moest denken aan wat zijn moeder ’s morgens had gezegd: ‘Er is onweer voorspeld. Dus meteen naar huis komen als de lucht betrekt. ’Nu kwam dat onweer eraan. Niet alleen joegen er donkere wolken langs de hemel, er was ook een flinke wind opgestoken. Jafar krabbelde overeind.

‘Gees, waar ben je? We moeten naar huis!’ Er kwam geen antwoord. In plaats daarvan hoorde Jafar een wild geblaf. Hij rende ernaartoe. Gees stond aan de rand van het water. Een hond sprong als een bezetene om hem heen. ‘Hoorde je me niet roepen?’ hijgde Gees. ‘Kom mee, die hond wil ons mee hebben… misschien is er iets ergs gebeurd met zijn baas.’ ‘Ja maar…,’ aarzelde Jafar, ‘het gaat onweren.’ De hond sprong opeens in het water. ‘Kijk daar!’ riep Jafar. ‘Daar ligt een bootje in het water!’ ‘Kom mee!’ Gees stond als in het water.

Meteen zwemt Gees naar het bootje. In het omgeslagen bootje ziet hij iemand liggen. Hij schreeuwt: ‘Jafar, kom kijken, er ligt hier iemand in het bootje’. Zo snel als een speer komt Jafar naar het omgeslagen bootje toe zwemmen. Als Jafar in het bootje kijkt huivert hij van schrik...’Wat moeten we nu doen!?’ De hond komt blaffend aan zwemmen met een stuk touw. ’ik kijk of hij nog ademt’ fluistert Gees. ‘Hij ademt nog!’ roept Gees opgelucht. ‘We moeten hulp halen, voor het te laat is.’ Zegt Jafar. ’we kunnen hem toch niet aan zijn lot overlaten!’ Roept Gees verbijsterd. ‘Oké, ik heb een pl..’ Jafar kan zijn zin niet afmaken want de hond begint ineens keihard te blaffen. Dan volgt er een denderende klap. Onweer!’ roept Gees geschrokken. ‘Ik zei het toch!’ Roept Jafar. Er volgt nog een klap gevolgd door een vallende boom.’ Wat een chaos! we moeten het water uit!’ schreeuwt Jafar bang. ‘En die man dan?’ vraagt Gees. ‘We binden het touw aan het bootje en trekken hem mee naar de kant!’ vliegensvlug pakt Gees het touw van de hond en bind het vast aan het bootje. ’En nu trekken!’ schreeuwt Gees. Samen met Jafar trekt hij de boot naar de kant.

Als ze aankomen, rennen ze met het bootje naar hun boomhut gevolgd door de hond. Als ze in de boomhut zijn ze de verbanddoos en gaan bij de man zitten. Na een halfuur schrikken Jafar en Gees op. ‘Hij wordt wakker!’ Fluistert Gees. ‘Hallo? Waar ben ik?’ vraagt de man half wakker. Dan leggen ze alles uit, hoe ze hem hebben gered. Gees vraagt: ’hoe bent u hier beland?’ “nou ik had ruzie met iemand, ik viel in dat bootje maar toen begon het te stormen, ik raakte bewusteloos en nu ben ik ineens hier!’ legt de man uit. ‘Waar woont u?’ vraagt Gees. ‘Ik woon niet ver weg, maar nu moeten we opschieten voor het te laat is! Te laat voor wat?’ fluistert Jafar bang. ‘Voor alle bomen omvallen, en er ongelukken gebeuren. Vertelt de man. ‘en trouwens mijn naam is Albert.’ zegt de man. ‘Oké, wij heten Jafar en Gees, maar nu moeten we opschieten. Kom!’ met zijn drieën en de hond rennen ze naar het bootje.

Als ze na tien minuten varen aankomen bij een huis, roept de man: ‘kom snel naar binnen!’ Als ze binnen zijn gaat alles heel snel. De man pakt Jafar en Gees bij de arm en sleurt ze mee naar een donkere kelder. ’Wat gebeurt er?’ schreeuwt Gees. De politie zoekt me al heel lang, maar dankzij jullie hulp ben ik ontsnapt en, als jullie vrij zijn gaan jullie naar de politie en dat gaat dus mooi niet gebeuren! Moehahahahaha!’ Na een tijdje horen ze de voetstappen langzaam weg gaan, en dan horen ze een deur. ‘Hij gaat weg! Kom op we moeten een plan verzinnen.. ‘ zegt Jafar. na een tijdje zegt Gees: ‘Ik heb het!’

Even later kruipen ze door het openstaande raam wat Gees heeft ontdekt. Als ze even later weer buiten staan rennen ze snel naar het politiebureau. ‘Kom snel, voor hij weer wakker wordt en ons ontdekt’ roept Gees.

Half uur later..

‘Hij is opgepakt yes!!’ ‘dankjewel heren, we zoeken deze man al heel erg lang, hij is een bekende crimineel. Samen lopen Gees en Jafar naar huis. ‘Hebben jullie het leuk gehad?’ vraagt Gees zijn moeder. ‘Ja, het was wel leuk.’ Zeggen de jongens terwijl ze lachend weglopen.

© Copyright meester Nils

Ingezonden door

meester Nils

Geplaatst op

24-03-2016

Over dit verhaal

Dit verhaal hebben twee leerlingen uit groep 8 geschreven n.a.v. een taalopdracht. De inleiding komt dan ook uit hun boek, waarna ze er zelf een passend vervolg aan hebben gegeven!

Tags

Eiland Gees Jafar Mysterieus Onweer