HOBBY

De lange man met zijn lichte regenjas en zijn vale hoed liep langzaam op de visser af, die totaal zijn omgeving had afgesloten om met een dode blik het water in te kijken alwaar zijn dobber aan zijn hengel af en toe een kring bewoog door het water, als teken dat er wel een vis was maar die nog niet genegen was een hap te nemen van de worm die aan het haakje hing.

'Willen ze nogal bijten?', vroeg de passant vrolijk en met een luide stem.
'Sssttt, niet zo hard meneer en nee het wil niet echt lukken vandaag', mopperde de visser op zijn stoeltje. Hij keek mismoedig in zijn nog lege emmer water en keek toen op naar de lange man, een recreant die gewoon aan de wandel was in het park en de vissers dan maar even lastig viel. Nou, dat was het laatste waar hij trek in had. Een visser moest je met rust laten, stil zijn was de code en vooral geen lawaai maken. Doch deze meneer viste vast niet, anders had hij wel gefluisterd en niet zo een strot opgezet zodat ze hem in de stad kon horen. De visser raakte geïrriteerd door het gedrag van de man die stil bleef staan en ineens brutaal naast de visser op het gras ging zitten.

'Weet u wel dat die vissen hartstikke veel pijn aan hun lippen hebben door dat haakje van u?', sprak hij de visser bestraffend toe. 'En wat dacht u van die worm die u als lokaas aan hetzelfde haakje pint?'

'Meneer ik ben een sportvisser en gooi al mijn gevangen vis weer terug in het water en het is nog nimmer bewezen dat vissen of wormen of zelfs de maaien pijn voelen bij het haken hoor!' Zijn toon begon agressief te worden en hij vroeg zich af waar die kerel zich mee bemoeide. Laat hij lekker doorlopen, in plaats van hier naast hem in het gras te gaan zitten om hem te bekritiseren op zijn hobby!

'Alles goed en wel, maar doordat de wereldzeeën al leeg getrokken worden door de vissersboten blijft er weinig over voor hen die het echt nodig hebben. Kleine dorpjes in verre landen die leven van de visvangst al eeuwenlang. Wist u dat?'
Nee, dat wist hij niet en het interesseerde hem ook geen ene moer, als hij hier maar zijn hobby kon uitoefenen en dan wilde hij geen lessen in natuurkunde van een knakker die zomaar even voorbijliep en zijn toeter niet hield.

'Zou u zo vriendelijk willen zijn om uw mond te houden, ik ben hier bezig met mijn hobby en dat dit toevallig niet uw hobby is, kijk dat is dan mijn probleem niet en dat de wereldzeeën ook leeggevist worden is mij bekend, maar denkt u nu echt dat die paar vissen die ik hier vang en netjes weer terugzet het verschil maken?' Verdorie, ging hij toch een discussie aan met die knaap, het laatste wat hij wilde.
'Toch is het fout wat u doet, u doet dieren pijn die er ook niets aan kunnen doen dat zij als vis zijn geboren!'

Ach, dat had hij weer, een mesjoggene die ontsnapt was uit de inrichting, die kilometers verderop lag. Dat kon niet anders. Heb ik weer in de toevalstreffer. Zijn plekje om te vissen was er een uit duizenden en toevallig moest daar nou vroeg in de morgen een idioot langs lopen om hem te vertellen dat de vis pijn had en dat de wereld straks zonder vis zat. Zijn dag kon al niet meer stuk.

' Kijk ik heb beet', gilde hij ineens terwijl hij de dobber naar beneden zag trekken. Hij lijnde in en met zijn automatische molen spande hij de draad en voelde het gevecht met de vis. Zijn glimlach van oor tot oor was een doorn in het oog van de man die op het gras zat. Hij stond op en keek vol belangstelling naar de man die tegen de natuur vocht. Dit kon niet waar zijn. Dit was je reinste dierenmishandeling. Dat moest hij maar lekker bij zijn vrouw doen, maar niet bij die lieve vissen die nimmer iemand iets gedaan hadden.

Hij zag het blijde gezicht vol spanning de lijn binnenhalen en een grote vis die spartelend voor zijn leven aan de haak hing.
De man ving de vis geroutineerd op en maakte voorzichtig het haakje los uit de bek van het dier. De handelingen waren correct en de lange man zag direct dat hij dat zeker vaker had gedaan. Toen hij het haakje voorzichtig uit de bek had gehaald, gooide hij de vis in de emmer met water en pakte een afrolbare centimeter uit zijn broekzak. Hij pakte de vis bij de punt van zijn staart, legde hem strak in het gras en in een vlakke beweging schoot de centimeter over het dier.

Zo, die was gemeten.
En met een zwierig gebaar gooide hij de vis in het water terug, triomfantelijk kijkend naar de lange man die hem constant aan zat te kijken, even niet wetende wat te doen. 'Kijk, dat is nou topsport meneer, uren zitten kijken naar de dobber en als je eenmaal beet hebt, gewoon meten, kijken hoe groot de vangst van vandaag is en hopen dat je morgen een grotere vis vangt.' Hij hoopte hiermee de man gerustgesteld te hebben, had geen zin in ruzie en zeker niet over een sport waar duizenden mensen zich in konden vinden.

Alleen deze dierenactivist. Die kon zich er niet in vinden. Zijn gezicht stond ook op onweer.
'En gaat u mij nu vertellen dat dit dier hier totaal niets van gevoeld heeft?' Begon hij weer.
'Gaat u mij vertellen dat het haakje in zijn bek geen wondje achterlaat, zijn openluchtshow geen stress veroorzaakt, zijn duik in een klein emmertje water voor een enkele minuut geen angsten bij dit dier blijft als hij een emmer ziet?'
'Wanneer ziet die vis nou een emmer!', schreeuwde nu ook de fanatieke visser.
'Nou nu bijvoorbeeld, of wanneer een andere visser zijn hengel uitgooit voor zo een lieve hobby en daar een emmer water staat om hem even op te wachten voor de meting!'

'Meneer ik heb liever dat u weggaat, u maakt dat mijn hobby een misdaad is en dat is het dus niet. Ik heb liever dat u doorloopt en mij met rust laat,' verzocht de man en wilde weer op zijn krukje gaan zitten met zijn hengel, alwaar hij al een nieuwe worm aan wilde doen.
Maar voordat hij de kans kreeg, voelde hij een duw in zijn rug en knalde met stoel en hengel en de hele pot met wormen zo de waterplas in, grote kringen achterlatend.
De lange man had een grote grijns op zijn gezicht en brulde naar de man in het water: 'Zo, zie er maar eens uit te komen zonder hulp, misschien helpen de vissen je wel. Jammer dat hier geen dolfijnen zijn anders was je zeker geweest van hulp, oh ja, een fijne dag nog!'
Fluitend en nog een keer achterom kijkend naar de verbaasde man in het water, zwaaide hij nog eenmaal en liep door, op naar de volgende visser die hij een koekje van eigen deeg zou geven.
Alleen jammer dat er vandaag zo weinig zaten, normaal was hij altijd wel goed voor een stuk of tien, nou ja dan maar wat minder. Maar zijn hobby bleef leuk.

©leny kruis

© Copyright Leny Kruis

Ingezonden door

Leny Kruis

Geplaatst op

05-10-2015

Over dit verhaal

zal maar zo een knakker naast je staan.

Tags

Hobby Pesten Roepen Stilte Vissen