De Duitse Autobahn

Die Autobahn .

Eindelijk bezat hij zijn droom, een Maserati, de Birdcage 75th Pinifarina, hij was er vijfenzeventig voor geworden, en rijk. Een heel leven had hij in zaken gezeten, gewetensvol en gewetenloos, als het maar geld opbracht en daar was hij meer dan genoeg in geslaagd. Zorgvuldig had hij zijn winsten belegd en hij was er ook weer op tijd uitgestapt, gelachen had hij om de stumpers die het gevoel voor geld en voor geld maken ontbeerden toen de crisis kwam.
Zo stapelde hij miljoenen op miljoenen, comfortabel veel, hij kon het er nu van nemen. De crisis kon hem niet diep genoeg gaan, dat gaf ruimte op de weg, zo dacht hij. En daar reed hij eindelijk op de autobaan, niet op zo een kruipstrook met snelheidsbeperking maar een brede, lange ‘Fernverkehrsstrasse’ voor zijn ambitie, in een land waar je mocht zijn die je was, hij rijk.
Heerlijk zat hij achter en onder het zwart getinte glas, voor het brullende stuwblok vol paardenkrachten, tussen de geweldig draaiende zilver spaakwielen, in zijn leren kuipstoel. De Maserati kleefde zich vast aan het wegdek terwijl hij kilometers vrat tweehonderd het uur of meer, en hij gas gaf.
Ronkend spoot hij vooruit alle stuntelaars in hun probeersels op wielen bleven stilstaan, niets was hem gelijk, harder ging het, de wijzer kroop snel naar de driehonderd, hij lette er gewoon niet op maar genoot van het zigzaggen tussen de voortsukkelende Mercedessen, BMW’s, Audi’s en andere goedbedoelde vervoermiddelen voor de eenvoudige burgerman. En nog was het geen plakgas in zijn bolide, als een paard dat briesend de vlakte wil vermalen, hij trok zijn monster op wielen aan zijn teugels, hij hield nog even in.
Maar zijn handen verstevigde hun greep om het kleine stuur, niets trilde, alles solide voor de snelheid gebouwd, een lach welde in hem op en riep tegen niemand dat hij er aan kwam, en sprong voorwaarts. Hij gaf zijn jonge stalen hengst de sporen, dieper het gas, alles flitste aan hem voorbij. Even zag hij, bij een afrit ‘Ausfahrt ’, een akelig woord voor een rijke Nederlander met haast.
Het technisch wonder onder de motorkap leek nu uit eigen beweging de snelheid nog op te voeren, hij vloog onder een bord ‘ Jugendfurt ‘ door, hij las slechts het nabeeld op zijn netvlies, weer een bord boven de weg ‘Erwachsbergen ‘, enkele ogenblikken later ‘Altdorf ‘, daarna ‘Strassende’ tenslotte Hiemlichheim en hij deed zijn ogen open, ‘Zo opa worden wij eindelijk wakker ’ hoorde hij een jonge stem tegen hem zeggen, slanke armen frunnikten aan een zakje boven zijn hoofd en hij zag tussen twee knoopsgaatjes een leuk behaatje schitteren, ‘En voortaan geen brokken meer maken ‘, en zij draaibilde de kamer uit.

Guido van Geel

© Copyright guido van geel

Ingezonden door

guido van geel

Geplaatst op

12-12-2014

Over dit verhaal

'Een kinderhand is gauw gevuld', zei de bankier en had maar één wens op zijn lijstje staan...

Tags

Ambitie Guidovangeel Illusie Realiteit