Kasteel; "de eeuwige bron"

Doodse stilte.
Met precisie snijd het mes door het ontdooide vlees.
Koud.
Zo koud, staren de lege plaatsen voor me mij aan. IJspegels hangen aan hun onuitgesproken woorden terwijl, in slow motion, de grijze contouren van gebouwen, van deze grotachtige stad voorbijtrekken.

Ik probeer om de zoete geur van jeugdigheid, die zojuist vertrok, voor de geest te halen.
Twee reebruine ogen. Eén blik tederheid, deed de wereld stil staan. Alsof je in één blik opgezogen wordt. Wat lijkt het miljoenen lichtjaren geleden; dat beleving een kleurplaat, zonder lijntjes was. Zintuigen kleurpotloden waar je uit kunt kiezen. Adembenemend werd afgewisseld met totale verbazing of angst. Niets is te gek. Bekrompenheid is een scrabble woord, voor volwassenen. Op gaan in het moment, zoals allen een dat kind kan. Dat is een zijn, die een bad neemt in het zuiverst bronwater, in een kuuroord.

Kijken door de ogen van dit jongetje; een wijze les, die ik al te graag meeneem tijdens de reis, door mijn hoofd, wat al jaren duurt, en het einde nog niet in zicht is. Zo kijken naar alle dagelijkse 3D beslommeringen, lijken ze minder spectaculair en in elkaar gefrutseld.

Voor heel even werd deze coupe een speelplaats. Ontsnapping aan alle regeltjes en zo- doen- we- het- nu- eenmaal mentaliteit. Samen bouwenden we een kasteel. Beklommen de toren, voor het uitzicht van onze verbeelding. Plaatsten onze, op papier getekende, vlag op het hoogste puntje van voldoening en dronken gewillig en voldaan onze drinkpakje op tot aan de laatste druppel. Handreiking, van het jongetje –in een te grote tuinbroek, met witte Nike gympen- iedereen zou zijn eigen kasteel moeten bouwen in hun zelf, zodat je terug kunt naar een beschutte en veilige stekkie.

“Tjonge” , zo dacht het stemmetje in mijn hoofd: “wat een geweldige les!” De speelplaats moest worden verruild voor de harde realiteit: “Mama,… ik moet…” De noodzaak roept. Moeders zet haar tas aan de kant. Vraagt of ik even op de spullen wil letten. Het jongetje vliegt met zijn kikker rugzak de coupe uit, en moeders erachteraan. Even draait het jongetje om. “Meneer, wilt u op onze kasteel passen?”

Stilte.
Zo koud als ze de ruimte verlaten.

© Copyright Rudolf

Ingezonden door

Rudolf

Geplaatst op

11-12-2012

Tags

Jij Ridder